Uitspraak
13/689866-14 tegen
Onderzoek van de zaak
19 oktober 2016.
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Vordering van het openbaar ministerie
Vrijspraak
BESLISSING
2 november 2016.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 2 november 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor hulp bij zelfbevrijding van twee medeverdachten, die op dat moment gedetineerd waren. De tenlastelegging betrof het opzettelijk helpen van deze medeverdachten bij hun ontsnapping op 23 september 2013. Tijdens de zitting in hoger beroep op 19 oktober 2016 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een veroordeling tot dezelfde straf als in eerste aanleg heeft geëist. De verdachte ontkende echter te weten dat de medeverdachten waren ontsnapt en stelde dat hij hen slechts had opgehaald op basis van een afspraak.
Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte opzettelijk behulpzaam was bij de zelfbevrijding. Ondanks dat er vraagtekens waren bij het handelen van de verdachte, was het bewijs niet overtuigend genoeg om tot een veroordeling te komen. Het hof heeft daarom het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende wettig en overtuigend bewijs in strafzaken, vooral wanneer het gaat om opzet en intentie.