ECLI:NL:GHAMS:2016:5276

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
2 november 2016
Publicatiedatum
12 december 2016
Zaaknummer
23-004380-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van hulp bij zelfbevrijding na hoger beroep

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 2 november 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor hulp bij zelfbevrijding van twee medeverdachten, die op dat moment gedetineerd waren. De tenlastelegging betrof het opzettelijk helpen van deze medeverdachten bij hun ontsnapping op 23 september 2013. Tijdens de zitting in hoger beroep op 19 oktober 2016 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een veroordeling tot dezelfde straf als in eerste aanleg heeft geëist. De verdachte ontkende echter te weten dat de medeverdachten waren ontsnapt en stelde dat hij hen slechts had opgehaald op basis van een afspraak.

Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte opzettelijk behulpzaam was bij de zelfbevrijding. Ondanks dat er vraagtekens waren bij het handelen van de verdachte, was het bewijs niet overtuigend genoeg om tot een veroordeling te komen. Het hof heeft daarom het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende wettig en overtuigend bewijs in strafzaken, vooral wanneer het gaat om opzet en intentie.

Uitspraak

Parketnummer: 23-004380-15
Datum uitspraak: 2 november 2016
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 16 oktober 2015 in de strafzaak onder parketnummer
13/689866-14 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
19 oktober 2016.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 23 september 2013, te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2], die op openbaar gezag en/of krachtens rechterlijke uitspraak en/of beschikking van de vrijheid was/waren beroofd, heeft bevrijd en/of bij zijn/hun zelfbevrijding behulpzaam is geweest door opzettelijk voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] bij/langs het hek/afrastering van huis van bewaring en/of penitentiaire Jeugdinrichting Amsterbaken (waar voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] gedetineerd zat(en)) en/of op of langs de openbare weg (Transformatorweg 6) op te wachten en/of (vervolgens) met voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] in een (personen)auto (voorzien van kenteken: [kenteken]) weg te rijden, in elk geval door aan voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] een (personen)auto te verschaffen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, reeds omdat het proces-verbaal niet conform artikel 327 van het Wetboek van Strafvordering is vastgesteld en ondertekend.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet komen vast te staan dat de verdachte met zijn gedraging (al dan niet in voorwaardelijke zin) opzettelijk behulpzaam was bij een zelfbevrijding. De verdachte heeft ontkend dat hij wist dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] waren ontsnapt, kort voordat hij hen volgens afspraak in de buurt van het JOC afhaalde. Hoewel op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting vraagtekens kunnen worden geplaatst bij het handelen van de verdachte, zijn de bewijsmiddelen voor een andersluidend oordeel onvoldoende toereikend. Het hof is derhalve van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om tot een bewezenverklaring van het vereiste opzet te komen, zodat de verdachte vrijgesproken dient te worden van hetgeen hem ten laste is gelegd.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.M.J. Quaedvlieg, mr. P. Greve en mr. A.M.P. Geelhoed, in tegenwoordigheid van mr. C.J.J. Kwint, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
2 november 2016.
=========================================================================
[.]