Uitspraak
mr. I.M.C.A Reinders Folmer, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. E.P. Groenewegen-Caris, kantoorhoudende te Den Haag.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 29 november 2016 een arrest gewezen waarin een kennelijke fout in een eerder arrest van 15 november 2016 werd hersteld. De zaak betreft een geschil tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Haarsma Beleggingen en de naamloze vennootschap Orthocenter N.V. Het geding in hoger beroep is gestart door Haarsma Beleggingen, vertegenwoordigd door mr. I.M.C.A. Reinders Folmer, tegen Orthocenter, vertegenwoordigd door mr. E.P. Groenewegen-Caris.
De Ondernemingskamer constateerde dat in het eerdere arrest van 15 november 2016 ten onrechte de naam 'Orthocenter' was vermeld in plaats van 'Haarsma Beleggingen' in rechtsoverweging 3.3 en in het dictum. Dit werd aangemerkt als een kennelijke fout in de zin van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, die zich leent voor verbetering. De Ondernemingskamer heeft besloten deze fout te corrigeren en de juiste naam in de overwegingen en het dictum aan te brengen.
De beslissing van de Ondernemingskamer houdt in dat de eerdere uitspraak wordt verbeterd, waarbij de relevante passages worden gecorrigeerd. De Ondernemingskamer heeft de verbetering op de minuut van het arrest gesteld, en het arrest is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Deze zaak benadrukt het belang van nauwkeurigheid in juridische documenten en de mogelijkheid om kennelijke fouten te corrigeren.