Uitspraak
mr. G.A. Krol, kantoorhoudende te Rotterdam,
mr. S. Engels, kantoorhoudende te Amsterdam.
1.Het verloop van het geding
- verzoeker met [A] ;
- verweerster met [C] ; en
- belanghebbende met [B] .
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 29 november 2016 een beschikking gegeven in het kader van een eerder bevolen onderzoek naar de gang van zaken bij de besloten vennootschap [C]. Dit onderzoek was bevolen op 23 oktober 2014, waarbij ook onmiddellijke voorzieningen waren getroffen, waaronder de schorsing van de bestuurders [A] en [B]. De verzoeker, [A], en de belanghebbende, [B], hebben op 25 november 2016 verzocht om het onderzoek en de getroffen voorzieningen te beëindigen, omdat zij een minnelijke regeling hadden getroffen. De benoemde bestuurder, mr. J.G. Molenaar, en de beheerder, mr. J.A. Moolenburgh, hebben beiden op 29 november 2016 bevestigd akkoord te gaan met de beëindiging van de procedure. De Ondernemingskamer heeft, gezien het ontbreken van enig belang dat zich tegen het verzoek verzet, besloten het bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen te beëindigen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.