ECLI:NL:GHAMS:2016:5073
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst en verwijtbaar handelen van de werknemer
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 november 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van [X] B.V. tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [geïntimeerde]. Het hof heeft de beschikking van de kantonrechter bekrachtigd, waarin het verzoek tot ontbinding was afgewezen. De werkgever, [X], had primair verzocht om ontbinding op grond van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer, en subsidiair op basis van een verstoorde arbeidsverhouding. De kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van zodanig verwijtbaar handelen dat van de werkgever niet gevergd kon worden de arbeidsovereenkomst voort te zetten. Het hof heeft deze overwegingen onderschreven en voegde daaraan toe dat de incidenten die door [X] waren aangevoerd, niet voldoende gewicht in de schaal legden om de ontbinding te rechtvaardigen. Het hof benadrukte dat de incidenten, met uitzondering van het alcoholincident, zich voornamelijk vóór 2015 hadden voorgedaan en dat er sindsdien geen noemenswaardige incidenten waren geweest. Bovendien werd rekening gehouden met het lange dienstverband van de werknemer van 36 jaar, zijn leeftijd en persoonlijke omstandigheden. De grieven van [X] werden als ongegrond afgewezen, en het hof veroordeelde [X] in de proceskosten van het geding in hoger beroep.