ECLI:NL:GHAMS:2016:4960

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
23 maart 2016
Publicatiedatum
24 november 2016
Zaaknummer
R 001699-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om schadevergoeding ex artikel 591a Sv niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbrekende handtekening

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een verzoekschrift ingediend op basis van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering. De verzoeker, geboren in Polen, had een verzoek ingediend om een schadevergoeding uit 's Rijks kas ter hoogte van € 280,00 zonder mondelinge behandeling of € 550,00 met mondelinge behandeling. Het verzoekschrift was echter niet ondertekend door de verzoeker zelf, wat in strijd is met de vereisten van de wet.

De voorzitter van het hof heeft op 2 maart 2016 de advocaat-generaal gehoord tijdens de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer. Zowel de verzoeker als zijn advocaat waren niet aanwezig. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van het verzoek, omdat het verzoekschrift niet door de verzoeker was ondertekend.

Het hof heeft vastgesteld dat het verzoekschrift tijdig was ingediend, maar dat het ontbreken van de handtekening van de verzoeker een essentieel verzuim was. Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad moet een verzoek tot schadevergoeding door de gewezen verdachte zelf worden ingediend, en is er geen mogelijkheid voor een gemachtigde om dit te doen. Aangezien de verzoeker niet in persoon is verschenen om het verzuim te herstellen, heeft het hof besloten om de verzoeker niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek.

De beschikking is gegeven door de voorzitter van de meervoudige strafkamer, mr. M.J.G.B. Heutink, en is ondertekend door de voorzitter en de griffier, mr. D. Lutje Wagelaar, en is uitgesproken op de openbare zitting van 23 maart 2016.

Uitspraak

beschikking
GERECHTSHOF AMSTERDAM
Rekestnummer: R 001699-15 / (591a Sv)
Parketnummer in hoger beroep: 23-004400-14
Beschikking op het verzoekschrift op de voet van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering van:
[verzoeker]
geboren te [geboorteplaats] (Polen) op [geboortedag] 1989,
in deze zaak domicilie kiezende ten kantore van zijn advocaat mr. R. Pothast,
Jozef Israëlskade 450, 1074 SW Amsterdam

1.Inhoud van het verzoek

Het verzoekschrift strekt tot het toekennen van een vergoeding uit ’s Rijks kas ter zake van kosten ten behoeve van het opstellen, indienen en in raadkamer toelichten van dit verzoekschrift ten bedrage van € 280,00 (zonder mondelinge behandeling) dan wel € 550,00 (met mondelinge behandeling), zijnde de geldende standaardbedragen.

2.Procesverloop

De voorzitter heeft kennis genomen van de stukken in de strafzaak met voormeld parketnummer en heeft op 2 maart 2016 de advocaat-generaal ter gelegenheid van de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer gehoord.
Verzoeker en diens advocaat zijn niet verschenen.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van verzoeker in zijn verzoekschrift, nu dit niet door verzoeker is ondertekend.

3.Beoordeling van het verzoek

Het verzoekschrift is tijdig ter griffie van dit hof ingediend.
De voorzitter heeft vastgesteld dat het onderhavige verzoekschrift niet door verzoeker is ondertekend.
Ingevolge vaste jurisprudentie van de Hoge Raad dient het verzoek tot schadevergoeding door de gewezen verdachte zelf te worden gedaan, nu in het Wetboek van Strafvordering niet is voorzien in de indiening van een verzoek door een (uitdrukkelijk) gemachtigde.
Nu verzoeker het verzoekschrift niet zelf heeft ondertekend, noch bij de behandeling van het verzoekschrift in raadkamer is verschenen om dit verzuim te herstellen door in persoon te verklaren dat hij de verzochte vergoeding wenst, dient hij niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn verzoek.

4.Beslissing

De voorzitter:
Verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek.
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan verzoeker.
Deze beschikking is gegeven door de voorzitter van de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, mr. M.J.G.B. Heutink, in tegenwoordigheid van mr. D. Lutje Wagelaar als griffier, is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken op de openbare zitting van dit hof van 23 maart 2016.