ECLI:NL:GHAMS:2016:4959
Gerechtshof Amsterdam
- Rekestprocedure
- M.J.G.B. Heutink
- J.L. Bruinsman
- N.R.A. Meerbeek
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzoek tot schadevergoeding ex artikel 89 Sv wegens niet-ondertekening verzoekschrift
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 maart 2016 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure, geregistreerd onder rekestnummer R 001700-15. Het verzoek was ingediend door een verzoeker, geboren in Polen, die schadevergoeding vroeg van de Staat voor de schade die hij zou hebben geleden door zijn inverzekeringstelling in een strafzaak. De verzoeker had twee dagen op het politiebureau doorgebracht en vroeg een vergoeding van € 210,00.
Het hof heeft kennisgenomen van de stukken van de strafzaak en heeft op 2 maart 2016 de advocaat-generaal gehoord. De verzoeker en zijn advocaat waren niet aanwezig bij de behandeling. De advocaat-generaal concludeerde tot niet-ontvankelijkheid van het verzoek.
Het hof oordeelde dat het verzoekschrift tijdig was ingediend, maar dat het niet door de verzoeker zelf was ondertekend. Volgens de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad moet een verzoek tot schadevergoeding door de gewezen verdachte zelf worden ingediend. Aangezien de verzoeker niet was verschenen om het verzuim te herstellen, werd hij niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek. De beschikking werd onverwijld betekend aan de verzoeker.