ECLI:NL:GHAMS:2016:4944

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 februari 2016
Publicatiedatum
24 november 2016
Zaaknummer
R 001383-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om forfaitaire vergoeding ex artikel 591a Sv afgewezen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 17 februari 2016 uitspraak gedaan in een rekestprocedure met het verzoek om een forfaitaire vergoeding op basis van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.J.E.J. Coenraad, heeft een vergoeding aangevraagd voor kosten die zij heeft gemaakt in verband met rechtsbijstand in een strafzaak met het parketnummer 23-003727-14. De kosten omvatten een eigen bijdrage van € 143,00 en bijkomende kosten van € 1.378,80 voor de schadevorderingsprocedure.

Tijdens de behandeling van het verzoek in raadkamer op 27 januari 2016 is verzoekster niet verschenen, maar haar advocaat heeft het verzoek toegelicht. De advocaat heeft primair aangevoerd dat de kosten van de verzoekschriftprocedure ex artikel 89 Sv moeten worden toegewezen op basis van een urenspecificatie. Subsidiair is het standpunt ingenomen dat de forfaitaire vergoeding moet worden toegekend. Het verzoek tot vergoeding van de eigen bijdrage is door de advocaat ingetrokken. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek.

Het hof heeft geoordeeld dat het verzoekschrift tijdig is ingediend, maar dat de strafzaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel. Gezien de vaste jurisprudentie van het hof met betrekking tot verzoeken ex artikel 89 Sv, zijn er geen gronden van billijkheid aanwezig voor het toekennen van de forfaitaire vergoeding. De voorzitter van het hof heeft het verzoek afgewezen en bevolen dat de beschikking onverwijld aan verzoekster wordt betekend. De beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken op de openbare zitting van het hof.

Uitspraak

beschikking
GERECHTSHOF AMSTERDAM
Rekestnummer: R 001383-15/ (591a Sv)
Parketnummer in hoger beroep: 23-003727-14
Beschikking op het verzoekschrift op de voet van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering van:
[verzoeker]
Geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1972
domicilie kiezende ten kantore van haar advocaat mr. M.J.E.J. Coenraad,
Zandvoortselaan 15, 2042 XD Zandvoort.

1.Inhoud van het verzoek

Het verzoekschrift strekt tot het verkrijgen van een vergoeding ten laste van de Staat, ter zake van :
kosten die verzoekster stelt te hebben gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van de strafzaak met voormeld parketnummer ter zake de eigen bijdrage, ten bedrage van € 143,00,
kosten die verzoekster stelt te hebben gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van de onderhavige schadevorderingsprocedure, ten bedrage van € 1.378,80.

2.Procesverloop

De voorzitter heeft kennis genomen van de stukken in de strafzaak met voormeld parketnummer en heeft op 27 januari 2016 de advocaat-generaal en de advocaat van verzoekster ter gelegenheid van de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer gehoord. Verzoekster is niet verschenen.
De advocaat van verzoekster heeft het verzoekschrift in raadkamer toegelicht en heeft, primair, aangevoerd dat de kosten van de verzoekschriftprocedure ex artikel 89 Sv dienen te worden berekend en toegewezen aan de hand van de bijgevoegde urenspecificatie. Subsidiair heeft de advocaat zich op het standpunt gesteld dat de forfaitaire vergoeding moet worden toegewezen. Het verzoek tot vergoeding van de eigen bijdrage heeft de advocaat ingetrokken.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek.

3.Beoordeling van het verzoek

Het verzoekschrift is tijdig ter griffie van dit hof ingediend.
De strafzaak met voormeld parketnummer is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht. Het arrest in die strafzaak is inmiddels onherroepelijk geworden.
Gelet op de beslissing van het hof met betrekking tot het verzoek ex artikel 89 Sv zijn er, met name nu deze beslissing vaste jurisprudentie van dit hof is, geen gronden van billijkheid aanwezig voor toekenning van de forfaitaire vergoeding ten aanzien van de kosten van het indienen en behandelen van genoemd verzoek.

4.Beslissing

De voorzitter:
Wijst het verzochte af.
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan verzoekster.
Deze beschikking is gegeven door de voorzitter van de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, mr. M.J.G.B. Heutink, in tegenwoordigheid van mr. S.A.M. Borg, als griffier, is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken op de openbare zitting van dit hof van 17 februari 2016.
De griffier is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.