ECLI:NL:GHAMS:2016:4803

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 november 2016
Publicatiedatum
23 november 2016
Zaaknummer
200.172.612/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bepaling van onderzoekskosten in een ondernemingsrechtelijke procedure

In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om een verzoek van Spala Investments N.V. en andere verzoeksters tegen de besloten vennootschap TEKA B.V. en verschillende belanghebbenden. De Ondernemingskamer heeft eerder een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van TEKA over een bepaalde periode. Dit onderzoek werd uitgevoerd door mr. M. Holtzer, die in totaal € 126.500 aan kosten heeft gedeclareerd voor zijn werkzaamheden. De Ondernemingskamer heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om hun mening te geven over deze kosten. Geen van de partijen heeft bezwaar gemaakt tegen het gedeclareerde bedrag, en TEKA heeft zelfs ingestemd met deze kosten. De Ondernemingskamer heeft vervolgens besloten dat de vergoeding van de onderzoeker moet worden vastgesteld op het gevraagde bedrag, exclusief omzetbelasting. De beschikking is gegeven op 21 november 2016 en is uitvoerbaar bij voorraad. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en redelijkheid in de kosten van onderzoek in ondernemingsrechtelijke geschillen.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.172.612/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 21 november 2016
inzake
1. de rechtspersoon naar het recht van Curaçao
SPALA INVESTMENTS N.V.,
gevestigd te Curaçao,
2.
[A],
wonende te [....] ,
3.
[B],
wonende te [....] ,
VERZOEKSTERS,
advocaten:
mr. J.F. Ouwehanden
mr. D.J.F.F.M. Duynstee, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TEKA B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
advocaten:
mr. J.W. de Grooten
mr. Y.A. Wehrmeijer, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

1.[C] ,

wonende te [....] , Zwitserland,
2.
[D],
wonende te [....] , Zwitserland,
3.
[E],
wonende te [....] , Zwitserland,
4.
[F],
wonende te [....] , Zwitserland,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. A.R.J. Croiset van Uchelen,
mr. R.G.J. de Haanen
mr. S.B. Garcia Nelen, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
5. de rechtspersoon naar het recht van Zwitserland
EHAG A.G.,
gevestigd te [....] , Zwitserland,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. A.C. Siemons, kantoorhoudende te Amsterdam.

1.Het verloop van het geding

1.1
In het vervolg zullen partijen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verzoeksters tezamen met Spala c.s.;
  • verweerster met Teka;
  • belanghebbenden 1 tot en met 4 tezamen met de familie [G] .
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 3 augustus 2015, 2 december 2015, 8 december 2015, 11 mei 2016, 23 september 2016 en 24 oktober 2016 in de zaak met nummer 200.172.612/01 OK en naar haar beschikking van 15 februari 2016 in de zaak met nummer 200.172.612/02 OK.
1.3
Bij de beschikking van 2 december 2015 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Teka over de periode vanaf 1 juli 2012, een door de Ondernemingskamer nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten en het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 75.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen. Bij de beschikking van 8 december 2015 heeft de Ondernemingskamer vervolgens mr. M. Holtzer te Amsterdam (hierna: de onderzoeker) aangewezen als onderzoeker.
1.4
Bij de beschikking van 11 mei 2016 heeft de Ondernemingskamer het bedrag dat het bij de beschikking van 2 december 2015 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Teka ten hoogste mag kosten, verhoogd tot € 120.000, de omzetbelasting daarin niet begrepen. Bij de beschikking van 23 september 2016 heeft de Ondernemingskamer dit bedrag verhoogd tot € 126.500, de omzetbelasting daarin niet begrepen.
1.5
Bij de beschikking van 24 oktober 2016 heeft de Ondernemingskamer bepaald dat het verslag met bijlagen van het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Teka ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden.
1.6
De onderzoeker heeft bij zijn brief met bijlagen aan de Ondernemingskamer van 2 november 2016 een specificatie, met daarbij een overzicht van declaraties en tussentijdse verslagen, overgelegd van alle in deze zaak verrichte werkzaamheden met betrekking tot het onderzoek. Hieruit volgt dat hij kosten in verband met het onderzoek aan Teka in rekening heeft gebracht ten bedrage van € 126.500, de omzetbelasting daarin niet begrepen.
1.7
De Ondernemingskamer heeft partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de in 1.6 genoemde stukken. Daarop zijn op 17 november 2016 de volgende reacties ontvangen door de Ondernemingskamer:
  • e-mailbericht van mr. I.M. Hendriks, advocaat te Amsterdam, namens Teka;
  • e-mailbericht van mr. C.C.M. de Smet, advocaat te Amsterdam, namens Spala c.s.;
  • e-mailbericht van mr. Croiset van Uchelen voormeld namens de familie [G] .

2.De gronden van de beslissing

Tegen het door de onderzoeker gedeclareerde bedrag aan onderzoekskosten zijn geen bezwaren aangevoerd; blijkens de in 1.7 genoemde e-mailberichten heeft Teka met deze kosten ingestemd en hebben zowel Spala c.s. als de familie [G] zich gerefereerd aan het oordeel van de Ondernemingskamer over de vergoeding van de onderzoeker. Dit bedrag komt de Ondernemingskamer ook niet onredelijk voor. De Ondernemingskamer zal de vergoeding van de onderzoeker overeenkomstig artikel 2:350 lid 3 (https://www.navigator.nl/document/openCitation/%20id909d9174010088634e4eeaeadf8fb658?idp=LegalIntelligence) BW dan ook bepalen als hierna te vermelden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
bepaalt de vergoeding van de onderzoeker op € 126.500, de daarover verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, mr. M.M.M. Tillema en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en prof. dr. M.N. Hoogendoorn RA en drs. C. Smits-Nusteling RC, raden, in tegenwoordigheid van mr. S.C. Prins, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 21 november 2016.