ECLI:NL:GHAMS:2016:4759
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Schorsing van voorlopige hechtenis op basis van zwaarwegende persoonlijke belangen van de verdachte
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 16 maart 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in 1993 en thans verblijvende in het huis van bewaring PI Zwolle, had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Schiphol, die op 24 februari 2016 een bevel tot haar gevangenhouding had gegeven. Het hof heeft de akte van de griffier van de rechtbank bekeken en de advocaat-generaal en de verdachte gehoord, bijgestaan door haar raadsvrouw, mr. S.P. Koerselman.
Het hof heeft de beschikking waarvan beroep beoordeeld en is van mening dat de uitzonderlijke, zwaarwegende persoonlijke belangen van de verdachte aanleiding geven om de voorlopige hechtenis te schorsen. De verdachte heeft de zorg voor haar 6 maanden oude zoontje, wat op dit moment niet door anderen kan worden overgenomen. Het hof heeft besloten de voorlopige hechtenis te schorsen tot aan de inhoudelijke behandeling van de zaak, zodat de verdachte in staat is om haar huisvesting te regelen en ervoor te zorgen dat de opvang voor haar zoon gewaarborgd is in het geval van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
De beslissing van het hof houdt in dat het beroep tegen de bestreden beschikking is afgewezen voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en dat het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte wordt geschorst met ingang van 17 maart 2016 om 12:00 uur. De beschikking is gegeven in raadkamer door de voorzitter en de raadsheren, in tegenwoordigheid van de griffier. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.