Uitspraak
[A],
mr. R.A.F. Harmsen, kantoorhoudende te Zeist,
[B],
[C],
mr. A.J. van Wees en mr. F.M. Peters, beiden kantoorhoudende te Amsterdam.
Het verloop van het geding
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 22 november 2016, is een beschikking gegeven door de Ondernemingskamer inzake DCS-HOLDING B.V. en Ortus Group B.V. De zaak betreft een verzoek van DCS-HOLDING B.V., vertegenwoordigd door mr. R.A.F. Harmsen, tegen DCS-HOLDING B.V. en Ortus Group B.V., die niet verschenen waren. Daarnaast waren er belanghebbenden, waaronder SUCCURRO HOLDING B.V., vertegenwoordigd door mr. A.J. van Wees en mr. F.M. Peters.
De Ondernemingskamer had eerder, op 17 november 2016, een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van DCS en Ortus over de periode vanaf 1 januari 2016. In die beschikking werd ook een persoon benoemd als commissaris van DCS en Ortus, die voorafgaande goedkeuring nodig had voor bepaalde besluiten. De Ondernemingskamer heeft nu de persoon W.L. Meijer aangewezen als commissaris en beheerder van aandelen, zoals eerder bepaald in de beschikking van 17 november 2016.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is openbaar uitgesproken door mr. Tillema. Deze uitspraak is van belang voor de governance van de betrokken vennootschappen en de rol van de commissaris in het toezicht op het beleid en de gang van zaken binnen de vennootschappen.