beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer : 200.194.609/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 17 november 2016
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DCS-HOLDING B.V.,
gevestigd te Vleuten,
2.
[A],
wonende te [....] ,
VERZOEKSTERS,
advocaat:
mr. R.A.F. Harmsen, kantoorhoudende te Zeist,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DCS-HOLDING B.V.,
gevestigd te Vleuten,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ORTUS GROUP B.V.,
gevestigd te Vleuten,
VERWEERSTERS,
niet verschenen,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SUCCURRO HOLDING B.V.,
gevestigd te Nieuwegein,
2.
[B],
wonende te [....] ,
3.
[C],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. A.J. van Weesen
mr. F.M. Peters, beiden kantoorhoudende te Amsterdam.
1.
Het verloop van het geding
1.1 In het vervolg zullen partijen, belanghebbenden en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:
- verzoeksters gezamenlijk met [D] c.s. en verzoekster sub 2 afzonderlijk met [A] ;
- verweersters afzonderlijk met DCS en Ortus en gezamenlijk met DCS c.s.;
- belanghebbenden ieder afzonderlijk met Succurro, [B], en [C], en gezamenlijk met Succurro c.s.;
- de besloten vennootschap iARTA B.V. met iARTA.
1.2 [D] c.s. hebben bij op 4 juli 2016 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van DCS c.s. over de periode vanaf 1 januari 2014. Daarbij hebben zij tevens verzocht – zakelijk weergegeven – bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding:
een aandeel van [A] en een aandeel van [B] in het kapitaal van DCS en een aandeel van DCS en een aandeel van Succurro in het kapitaal van Ortus over te dragen aan een door de Ondernemingskamer te benoemen beheerder;
te bepalen dat in afwijking van artikel 16.3 van de statuten van DCS het bestuur de voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders nodig heeft voor de volgende besluiten:
(i) het verkopen, leveren en of bezwaren van de door DCS gehouden aandelen (of een gedeelte daarvan) in het kapitaal van Ortus;
(ii) het aangaan van overeenkomsten of het wijzigen van bestaande overeenkomsten tussen DCS en Ortus, waaronder, maar daartoe niet beperkt, overeenkomsten van geldlening, rekening-courantovereenkomsten, managementovereenkomsten en licentieovereenkomsten;
(iii) het uitoefenen van stemrecht op de door DCS gehouden aandelen (of een gedeelte daarvan) in het kapitaal van Ortus, alsmede het bepalen van de richting waarin zal worden gestemd;
(iv) het uitoefenen van claimrechten en voorkeursrecht en in verband met de door de DCS gehouden aandelen (of een gedeelte daarvan) in het kapitaal van Ortus;
(v) het doen van (des)investeringen en het beschikken over vermogensbestanddelen van DCS voor zover die een bedrag vertegenwoordigen van € 5.000 of meer;
te bepalen dat in artikel 17.1 van de statuten van DCS de tweede zinsnede, luidende: “een directeur met de titel “algemeen directeur” is zelfstandig bevoegd tot vertegenwoordiging” komt te vervallen;
te bepalen dat in afwijking van artikel 16.3 van de statuten van Ortus het bestuur de voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders nodig heeft voor de volgende besluiten:
(i) het aangaan van overeenkomsten en/of het wijzigen van bestaande overeenkomsten tussen Ortus en DCS, Succurro en aan die vennootschappen gelieerde partijen, waaronder maar daartoe niet beperkt, overeenkomsten van geldlening, rekening-courantovereenkomsten, managementovereenkomsten en licentieovereenkomsten;
(ii) het aangaan van overeenkomsten en/of het wijzigen van bestaande overeenkomsten tussen Ortus en derden, waaronder, maar daartoe niet beperkt, overeenkomsten van geldlening, rekening-courantovereenkomsten, managementovereenkomsten, en – behoudens wanneer dat plaatsvindt binnen de normale uitoefening van het bedrijf – licentieovereenkomsten;
(iii) het doen van (des)investeringen en het beschikken over het vermogen en over vermogensbestanddelen van Ortus voor zover die een bedrag vertegenwoordigen van € 5.000 of meer;
(iv) transacties die strekken tot verkoop of overdracht van de onderneming, dan wel onderdelen of bestanddelen daarvan, of transacties die de facto voor Ortus hetzelfde resultaat opleveren;
dan wel een andere voorziening te treffen die de Ondernemingskamer juist acht;
alsmede om DCS c.s. te veroordelen in de kosten van het geding.
1.3 Succurro c.s. hebben bij op 25 augustus 2016 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht het verzoek af te wijzen en [D] c.s. te veroordelen in de kosten van het geding.
1.4 Het verzoek is behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 15 september 2016. Bij die gelegenheid hebben de advocaten de standpunten van de onderscheiden partijen toegelicht aan de hand van – aan de Ondernemingskamer en de wederpartij overgelegde – aantekeningen en wat mr. Harmsen betreft onder overlegging van een op voorhand aan de Ondernemingskamer en de wederpartij gezonden nadere productie. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt. Aan het einde van de zitting hebben partijen verzocht de beslissing aan te houden teneinde schikkingsonderhandelingen tussen hen een kans van slagen te geven; partijen zijn daarbij overeengekomen dat [D] c.s. de Ondernemingskamer uiterlijk 29 september 2016 zouden informeren of zij al dan niet een beslissing op het verzoek wensten.
1.5 Bij bericht van 27 september 2016 hebben [D] c.s. de Ondernemingskamer, onder vermeerdering van het oorspronkelijke verzoek, verzocht een beschikking te wijzen. Tevens hebben zij daarbij gevraagd om voortzetting van de mondelinge behandeling teneinde onder leiding van de (voorzitter van de) Ondernemingskamer alsnog te komen tot een minnelijke oplossing. Bij schrijven van 4 oktober 2016 hebben Succurro c.s. bezwaar gemaakt tegen de vermeerdering van het verzoek, aangezien die in strijd met de goede procesorde zou zijn.
1.6 De griffier van de Ondernemingskamer heeft bij brief van 7 oktober 2016 aan partijen medegedeeld dat de Ondernemingskamer in de te geven beschikking zal oordelen over (de toelaatbaarheid van) de aanvulling van het verzoek en over het verzoek de mondelinge behandeling voort te zetten.
2 De feiten
De Ondernemingskamer gaat uit van de volgende feiten:
2.1DCS is op 14 maart 2006 opgericht. [A] en [B] houden elk 50% van de aandelen in het geplaatste kapitaal van DCS. Zij vormen blijkens het uittreksel uit het handelsregister samen het bestuur van DCS en zijn elk als “algemeen directeur” zelfstandig bevoegd DCS te vertegenwoordigen. [A] is pas in oktober 2008 ingeschreven in het handelsregister als bestuurder, met terugwerkende kracht tot de datum van oprichting.
2.2DCS en Succurro houden de aandelen in en zijn de gezamenlijk bevoegde bestuurders van Ortus, opgericht op 5 november 2007. Namens DCS verricht [B] feitelijk de managementwerkzaamheden ten behoeve van Ortus. [C] is enig bestuurder van Succurro – en derhalve indirect bestuurder van Ortus – en houdt alle aandelen in Succurro. DCS en Succurro hebben bij de oprichting van Ortus, ter volstorting van de aandelen, elk de aandelen die zij toen hielden in het kapitaal van de besloten vennootschap DCS-Arta B.V. ingebracht, met als gevolg dat Ortus daarvan enig aandeelhouder werd. DCS-Arta B.V. was opgericht op 14 maart 2006 en is op 18 mei 2011 ontbonden; haar activiteiten zijn voortgezet door Ortus.
2.3Ortus drijft een onderneming die zich richt op het adviseren op het gebied van informatietechnologie en het ontwikkelen, produceren en uitgeven van software, met name ten behoeve van de (internationale) zorgsector. Ortus exploiteert een softwarepakket genaamd “ARTA”, waarmee opdrachten kunnen worden verstrekt met betrekking tot het transport binnen ziekenhuizen van onder meer patiënten, voedsel en medicijnen.
2.4Bij overeenkomst van 16 november 2010 hebben [B] en [C] het auteursrecht op onder meer de ARTA-software aan Ortus overgedragen. Intellectuele eigendomsrechten van nog te ontwikkelen software blijven volgens artikel 4 van die overeenkomst bij hen persoonlijk berusten.
2.5[A] en [B] zijn in gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd geweest. Vanaf mei 2014 leefden zij gescheiden. Op 28 mei 2015 hebben zij een verzoek tot echtscheiding ingediend. De echtscheiding is uitgesproken op 26 februari 2016 en op 2 mei 2016 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
2.6Bij schrijven van 6 mei 2015 heeft de Kamer van Koophandel [A] laten weten dat [B] haar per die datum uit het handelsregister had laten uitschrijven als bestuurder van DCS. Een dag later heeft [A] hiertegen een bezwaarschrift ingediend, welk bezwaar de Kamer van Koophandel bij besluit van 26 mei 2015 gegrond heeft bevonden. Tegen dat besluit is geen beroep ingesteld.
2.7[A] heeft [B] bij schrijven van 22 september 2015 verzocht haar voortaan actief te informeren over en te betrekken bij alle bestuursaangelegenheden binnen DCS en Ortus en verzocht om een bestuursvergadering.
2.8[C] heeft (als bestuurder van Succurro) in een brief van 24 december 2015 aan [A] zijn zorgen geuit over de gang van zaken bij Ortus. Hij stelt daarin dat effectieve besluitvorming binnen DCS niet meer mogelijk blijkt te zijn, waardoor de besluitvorming en de bedrijfsvoering binnen Ortus wordt bemoeilijkt. Hij stelt te overwegen de intellectuele eigendomsrechten op de ARTA-software – die volgens hem “
voor het merendeel” bij hem berusten – uit Ortus te halen, als de problemen binnen DCS niet binnen enkele maanden zijn opgelost.
2.9De raadsman van [A] heeft Succurro bij brieven van 19 en 26 januari 2016 onder meer verzocht om informatie over volgens Succurro te nemen beslissingen binnen Ortus en over de intellectuele eigendomsrechten.
2.1[A] heeft bij schrijven van 9 maart 2016 het bestuur van DCS verzocht een algemene vergadering van aandeelhouders bijeen te roepen (met opgave van de te behandelen onderwerpen) en [B] opgeroepen voor een door haar geplande bestuursvergadering van DCS op 16 maart 2016, met als agendapunten – onder meer – toegang tot de administratie van DCS, informatieverstrekking met betrekking tot Ortus en het verzoek van [A] tot het bijeenroepen van een algemene vergadering van aandeelhouders van DCS.
2.11Op 9 maart 2016 heeft Succurro de besloten vennootschap iARTA opgericht. Succurro is enig bestuurder en enig aandeelhouder van iARTA. Volgens de statuten is haar doelstelling onder meer de exploitatie van ARTA (waarmee wordt bedoeld
“het gehele pakket ICT-oplossingen voor een efficiënt transport binnen ziekenhuizen”), de exploitatie en ontwikkeling van software en de verkoop en ontwikkeling van hardware, al dan niet verband houdend met ARTA.
2.12Op 16 maart 2016 heeft [A] een bestuursvergadering van DCS gehouden; [B] is daar, na zich te hebben afgemeld, niet verschenen. [A] heeft besloten tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op 13 april 2016, met als agendapunten onder meer bepaling dat bepaalde bestuursbesluiten aan voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering zijn onderworpen, het ontnemen van de titel “algemeen directeur” aan beide bestuursleden en het ontslag van bestuurder [B].
2.13Op 1 april 2016 heeft Ortus “
al haar bezittingen die verband houden met ARTA” voor een bedrag van € 13.552 inclusief btw verkocht en geleverd aan iARTA. Bij overeenkomst van diezelfde datum heeft Ortus het volledige met ARTA verbonden auteursrecht overgedragen aan iARTA. De uitvoering van lopende overeenkomsten met klanten van Ortus is eveneens overgenomen door iARTA. De exploitatie van ARTA-software door Ortus is daarmee stilgevallen.
2.14Op 13 april 2016 hebben [A] , haar advocaat en de gemachtigde van [B] vergaderd. Laatstgenoemde heeft blijkens de notulen van die vergadering het standpunt ingenomen dat die vergadering niet de status van een algemene vergadering van DCS had en dat [A] geen bestuurder van DCS was. Desalniettemin is over diverse voorstellen gestemd; telkens staakten de stemmen.
2.15Bij schrijven van 12 april 2016 heeft [A] namens DCS het bestuur van Ortus verzocht een vergadering van aandeelhouders bijeen te roepen; verder bevat de brief een oproep voor een bestuursvergadering van Ortus, te houden op 25 april 2016. [C] heeft [A] bij brief van 21 april 2016 namens het bestuur van Ortus bericht dat er geen aandeelhoudersvergadering zal plaatshebben en dat de bestuursvergadering evenmin zal doorgaan, aangezien een bestuursbesluit van DCS tot het beleggen van een dergelijke vergadering ontbreekt.
2.16Op 22 april 2016 heeft [B] de besloten vennootschap Eirik B.V. opgericht. [B] is bestuurder en enig aandeelhouder van Eirik B.V.
2.17Drs. G.J.M.M. Ruijter, belastingadviseur bij MTH Accountants & Adviseurs, heeft in opdracht van [A] de bankafschriften van Ortus over de periode van januari 2015 tot en met april 2016 geanalyseerd. Hij concludeert in een schrijven d.d. 22 juni 2016 dat er per 29 april 2016 € 210.000 meer is doorgestort naar een bankrekening van Succurro dan waar Succurro op grond van de managementovereenkomst tussen haar en Ortus recht op zou hebben. Onder meer signaleert hij dat vanaf juli 2015 grote bedragen naar Succurro zijn overgemaakt met als omschrijving ‘voorschot’.