ECLI:NL:GHAMS:2016:4654
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Voeging van hoger beroepzaken tussen Stichting Hassan II en Koninkrijk Marokko
In deze zaak gaat het om twee hoger beroepzaken die zijn aangespannen door Stichting Hassan II en [X] tegen respectievelijk Koninkrijk Marokko en [X]. De zaken zijn voortgekomen uit een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 16 februari 2016. Stichting Hassan II heeft op 12 mei 2016 hoger beroep ingesteld tegen het vonnis in de zaak met zaaknummer 200.191.313/01, terwijl [X] op 13 mei 2016 hoger beroep heeft ingesteld in de zaak met zaaknummer 200.194.076/01. In beide zaken heeft [X] op 26 juli 2016 een incidentele conclusie tot voeging ingediend, met het argument dat beide zaken het zelfde vonnis van de rechtbank betreffen en dat het wenselijk is deze in appel gevoegd te behandelen.
Stichting Hassan II en Koninkrijk Marokko hebben zich verzet tegen de voeging, stellende dat de zaken niet dezelfde partijen betreffen en dat de vorderingen niet verknocht zijn. Het hof heeft echter geoordeeld dat de zaken voldoen aan de eisen van artikel 222 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, omdat ze voortkomen uit hetzelfde feitencomplex en beide partijen in de eerste aanleg gezamenlijk verweer hebben gevoerd. Het hof heeft de incidentele vorderingen tot voeging toegewezen en de beslissing over de proceskosten aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaken.
De hoofdzaken zijn verwezen naar de rolzitting van 10 januari 2017 voor het nemen van een memorie van antwoord door [X] in de zaak met zaaknummer 200.191.313/01 en een memorie van grieven door [X] in de zaak met zaaknummer 200.194.076/01. Het hof heeft verder iedere beslissing aangehouden.