ECLI:NL:GHAMS:2016:4584

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 februari 2016
Publicatiedatum
17 november 2016
Zaaknummer
13/684616-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Recidive onvoldoende in te perken bij ontbreken reclasseringsrapport met concrete schorsingsvoorwaarden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 februari 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in 1990 en thans verblijvende in het huis van bewaring Detentiecentrum Schiphol, had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 1 februari 2016, die de verlenging van zijn gevangenhouding beval. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder de akte van de griffier en de verklaringen van de verdachte en de advocaat-generaal.

Het hof heeft de beschikking van de rechtbank beoordeeld en is van mening dat de ernstige bezwaren tegen de verdachte voldoende zijn onderbouwd door de aangifte, camerabeelden en getuigenverklaringen. De rechtbank had eerder de voorlopige hechtenis van de verdachte verlengd, en het hof heeft deze beslissing in stand gehouden, met uitzondering van de onderzoeksgrond die is vervallen. Het hof heeft ook het verzoek van de verdachte tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen, omdat er geen reclasseringsrapport met concrete schorsingsvoorwaarden beschikbaar was. Hierdoor kon niet voldoende worden beoordeeld of het recidivegevaar met het stellen van schorsingsvoorwaarden kon worden beperkt.

De beslissing van het hof was om het beroep tegen de bestreden beschikking af te wijzen, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis. Deze uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee raadsheren, in aanwezigheid van de griffier. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

13/684616-15
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1990,
wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring Detentiecentrum Schiphol te Badhoevedorp,
tegen de beschikking van de rechtbank te Amsterdam van 1 februari 2016, voor zover houdende bevel tot verlenging van de geldigheidsduur van zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank te Amsterdam van 3 februari 2016, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. [naam 1].

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep – voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen – en de gronden waarop deze berust, met uitzondering van de onderzoeksgrond. Deze komt dan ook te vervallen.
Gelet op de aangifte van [naam 2], de camerabeelden en de verklaring van getuige [getuige] acht het hof voor de onder 1 en 2 op de vordering inbewaringstelling genoemde feiten voldoende ernstige bezwaren aanwezig. Met betrekking tot de ernstige bezwaren voor de feiten 3 en 4 overweegt het hof dat in dit stadium van het onderzoek de aangifte overtuigender is dan de verklaring van de verdachte en ondersteund wordt door de opname van de geldbedragen.
Het hof is van oordeel dat een omstandigheid als bedoeld in artikel 67a, derde lid Sv zich thans niet voordoet.
Met betrekking tot het door de verdachte mondeling gedane verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis geldt dat dit verzoek moet worden afgewezen. Met betrekking tot het door de verdachte mondeling gedane verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis overweegt het hof dat door het ontbreken van een reclasseringsrapport met concrete schorsingsvoorwaarden onvoldoende beoordeeld kan worden of het recidivegevaar met het stellen van schorsingsvoorwaarden voldoende kan worden beperkt.

13.684616-15

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
WIJST AF het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Deze beschikking is gegeven op 24 februari 2016 in raadkamer van dit hof door
mr. M.J.G.B. Heutink, voorzitter,
mrs. H.W.J. de Groot en H.F. van Kregten, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. K.D.M. de Lange als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 24 februari 2016,
de advocaat-generaal