ECLI:NL:GHAMS:2016:4581
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- M.J.G.B. Heutink
- H.W.J. de Groot
- H.F. van Kregten
- Rechtspraak.nl
Schorsing van voorlopige hechtenis onder voorwaarden in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 februari 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die in voorlopige hechtenis was genomen op basis van een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 1 februari 2016. De verdachte, geboren in Marokko in 1980 en thans verblijvende in het huis van bewaring Het Schouw te Amsterdam, had hoger beroep ingesteld tegen het bevel tot zijn gevangenhouding. Het hof heeft de relevante stukken en de akte van de griffier van de rechtbank bekeken, evenals de verklaringen van de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman.
Het hof heeft vastgesteld dat de voorlopige hechtenis van de verdachte niet op vluchtgevaar is gebaseerd, maar dat er wel ernstige bezwaren zijn voor heling. De verdachte heeft zich in een korte periode schuldig gemaakt aan meerdere strafbare feiten, wat het recidivegevaar vergroot. Echter, het hof oordeelt dat het recidivegevaar voldoende kan worden ingeperkt door het stellen van schorsingsvoorwaarden. De verdachte heeft belang bij het behouden van zijn uitkering en woning, wat ook meeweegt in de beslissing.
Uiteindelijk heeft het hof het beroep tegen de bestreden beschikking afgewezen voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en heeft het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte geschorst met ingang van 25 februari 2016, onder bepaalde voorwaarden. Deze voorwaarden omvatten onder andere het zich niet onttrekken aan de tenuitvoerlegging van het bevel, het verschijnen bij justitiële instanties, en het melden bij Reclassering Nederland.