ECLI:NL:GHAMS:2016:4563
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- J.L. Bruinsma
- H.W.J. de Groot
- M.W. Groenendijk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot schorsing voorlopige hechtenis wegens geschokte rechtsorde en ernstige bezwaren
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 januari 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in Suriname en thans verblijvende in het huis van bewaring PI Haaglanden, had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 14 december 2015, waarin zijn verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis was afgewezen. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en heeft zowel de advocaat-generaal als de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw, gehoord.
Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bevestigd, maar voegde ambtshalve de recidivegrond toe. De verdachte wordt verdacht van het meermalen steken van zijn ex-partner in het bijzijn van hun vierjarige dochter en omstanders. Het hof oordeelt dat er ernstige bezwaren zijn tegen de verdachte, en dat de vrijlating van de verdachte een geschokte rechtsorde zou veroorzaken, wat zou leiden tot maatschappelijke onrust. De verdachte wordt verdacht van een poging tot moord, en het hof acht de vrees gerechtvaardigd dat hij in vrijheid opnieuw een misdrijf zal plegen.
Het hof overweegt dat de voorlopige hechtenis, die is gegrond op de geschokte rechtsorde, niet kan worden geschorst, tenzij er sprake is van uitzonderlijke zwaarwegende persoonlijke belangen van de verdachte. Dit is niet gebleken, en bovendien is de verdachte onvoorspelbaar in zijn gedrag, wat een potentieel gevaar oplevert. Het hof concludeert dat er ook psycho-sociale problematiek kan zijn, waarvoor nader onderzoek noodzakelijk is. Uiteindelijk wijst het hof het beroep tegen de bestreden beschikking af.