ECLI:NL:GHAMS:2016:4499

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 november 2016
Publicatiedatum
15 november 2016
Zaaknummer
R001082-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om schadevergoeding en toekenning forfaitaire kosten in strafzaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 november 2016 uitspraak gedaan in een rekestprocedure met het verzoek om schadevergoeding naar aanleiding van een aanhouding. Verzoekster, geboren in Suriname, had een verzoek ingediend om een schadevergoeding van € 2.000,00 voor het missen van een vlucht naar Suriname, alsook een vergoeding van € 280,00 tot € 550,00 voor de kosten van het opstellen en indienen van het verzoekschrift. De voorzitter van het hof heeft kennisgenomen van de stukken en het standpunt van de advocaat-generaal. Tijdens de openbare behandeling in raadkamer is de advocaat-generaal, verzoekster en haar advocaat gehoord. De advocaat heeft aangevoerd dat er gronden van billijkheid zijn voor toewijzing van de gevraagde vergoedingen, maar er ontbraken onderbouwende stukken voor de kosten van het vliegticket. Het hof heeft vastgesteld dat verzoekster op Schiphol is aangehouden en daardoor haar vlucht heeft gemist, maar dat de gevraagde schadevergoeding niet onderbouwd was. Het hof heeft geoordeeld dat de aanhouding en het missen van de vlucht geen bijzondere omstandigheden zijn die aanleiding geven tot vergoeding van de kosten van het vliegticket. Wel zijn er gronden van billijkheid voor de vergoeding van de kosten van het verzoekschrift, waarvoor het hof € 550,00 heeft toegewezen. De overige verzoeken zijn afgewezen. De beschikking is gegeven door de voorzitter van de meervoudige strafkamer en is ondertekend door de griffier.

Uitspraak

beschikking
GERECHTSHOF AMSTERDAM
Rekestnummer: R 001082-16 / (591a Sv)
Parketnummer in hoger beroep: 23/002612-15
Beschikking op het verzoekschrift op de voet van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering van:
[verzoeker]
geboren te District [geboorteplaats] (Suriname) op [geboortedag] 1963,
domicilie kiezende ten kantore van haar advocaat, mr. E. El Assrouti,
Postjesweg 142c, 1061 AX te Amsterdam.

1.Inhoud van het verzoek

Het verzoekschrift strekt tot het toekennen van een vergoeding uit ’s Rijks kas ten bedrage van
  • schade ten gevolge van haar aanhouding in onderhavige zaak waardoor zij haar vlucht naar Suriname heeft gemist, ten bedrage van € 2.000,00;
  • kosten ten behoeve van het opstellen en indienen van dit verzoekschrift en het gelijktijdig ingediende verzoekschrift op de voet van artikel 89 Sv ten bedrage van € 280,00 (zonder mondelinge behandeling) dan wel € 550,00 (met mondelinge behandeling), zijnde de geldende standaardbedragen.

2.Procesverloop

De voorzitter heeft kennis genomen van de stukken in de strafzaak met voormeld parketnummer en het onderhavige verzoekschrift, alsmede van het standpunt van de advocaat-generaal betreffende dit verzoek.
De voorzitter heeft op 14 oktober 2016 de advocaat-generaal, verzoekster en mr. M.M. Spooren namens de advocaat van verzoekster ter gelegenheid van de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer gehoord.
Mr. Spooren heeft het verzoek in raadkamer toegelicht en – kort gezegd – aangevoerd dat er gronden van billijkheid zijn voor toewijzing van de gevraagde vergoedingen. Helaas zijn er geen onderbouwende stukken met betrekking tot de kosten van het vliegticket. Wel blijkt uit het dossier dat verzoekster een vlucht naar Suriname zou nemen en zij die vlucht heeft gemist.
De advocaat-generaal heeft gepersisteerd bij het schriftelijk advies van 11 augustus 2016.

3.Beoordeling van het verzoek

Het verzoekschrift is tijdig ter griffie van dit hof ingediend.
De strafzaak met voormeld parketnummer is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht. Het arrest in die strafzaak is inmiddels onherroepelijk geworden.
Namens verzoekster is gevraagd om vergoeding van de kosten van een retour vliegticket naar Suriname ad € 2.000,00. Verzoekster stond namelijk op het punt af te reizen naar Suriname, maar is op Schiphol aangehouden in de hier aan de orde zijnde strafzaak. Daardoor heeft zij geen gebruik kunnen maken van dit ticket. Bij de behandeling in raadkamer is duidelijk geworden dat het ticket geen € 2.000,00 heeft gekost – dit bedrag bleek een schatting van de kosten door de advocaat te zijn, hoewel dit niet in het verzoekschrift is vermeld. De werkelijke kosten zouden volgens mondelinge opgave van verzoekster € 700,00 zijn geweest en zij zou het ticket zelf hebben betaald.
De voorzitter overweegt dat de hoogte van de forfaitaire dagvergoeding van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht voor een gedeelte uit een materiële component en voor een gedeelte uit een immateriële component bestaat. Onder het materiële gedeelte valt onder meer de schade wegens huisvestingskosten, kosten van levensonderhoud en inkomstenderving. Van bedoelde bedragen kan slechts in bijzondere omstandigheden worden afgeweken. Het feit dat een reeds geplande reis geen doorgang kan vinden door aanhouding en daarop volgende in verzekering stelling is niet bijzonder te noemen. Dit komt immers vaker voor, zeker wanneer men via Schiphol reist waar bij het uitreizen uit Nederland wordt gecontroleerd op openstaande signaleringen en/of geldboetes, en is een uitvloeisel van een op zichzelf gerechtvaardigde verdenking. Daar komt in dit geval bij dat verzoeksters stelling dat zij een ticket naar Suriname heeft gekocht voor het door haar genoemde bedrag op geen enkele manier is onderbouwd, terwijl dit toch op relatief eenvoudige wijze mogelijk moet zijn geweest. Gelet op het feit dat verzoekster is aangehouden op Schiphol wil het hof wel aannemen dat zij op het punt stond een vliegreis te gaan maken, maar waarheen die reis ging en welke kosten daarmee gemoeid waren en of die inderdaad voor rekening van verzoekster zijn gekomen, volgt daaruit niet. De voorzitter ziet gelet op het vorenstaande geen gronden van billijkheid voor vergoeding van de geclaimde kosten voor een vliegticket.
Ter zake van het opstellen, indienen en in raadkamer toelichten van dit verzoekschrift en het gelijktijdig ingediende verzoekschrift op de voet van artikel 89 Sv zijn gronden van billijkheid aanwezig voor toekenning van € 550,00, zijnde het geldende standaardbedrag.

4.Beslissing

De voorzitter:
Kent uit ’s Rijks kas aan verzoeker een vergoeding toe van
€ 550,00(vijfhonderdenvijftig euro).
Wijst het anders of meer verzochte af.
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan verzoekster.
Deze beschikking is gegeven door de voorzitter van de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, mr. J.L. Bruinsma, in tegenwoordigheid van mr. M.S. de Boer als griffier, is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken op de openbare zitting van dit hof van 11 november 2016.
De voorzitter beveelt:
de tenuitvoerlegging van deze beschikking voor een bedrag van € 550,00 (vijfhonderdenvijftig euro), te betalen uit ’s Rijks kas aan verzoeker voornoemd door overmaking van bovenstaand bedrag op bankrekeningnummer [rekeningnummer] t.n.v. Stichting Beheer Derdengelden van El Assrouti Advocaten o.v.v. [verzoeker].
Amsterdam, 11 november 2016.
Mr. J.L. Bruinsma, voorzitter.