ECLI:NL:GHAMS:2016:4491

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 november 2016
Publicatiedatum
15 november 2016
Zaaknummer
R000721-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van kosten rechtsbijstand en reiskosten in strafzaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 november 2016 uitspraak gedaan in een verzoekschrift op basis van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. R.T. Poort, heeft verzocht om een vergoeding uit 's Rijks kas voor gemaakte kosten in verband met rechtsbijstand en reiskosten in een strafzaak met parketnummer 23/002104-12. De totale kosten die verzoeker claimde, omvatten € 8.090,64 voor rechtsbijstand, € 115,36 voor reiskosten en € 491,48 voor schade door tijdsverzuim, evenals € 550,00 voor het indienen van het verzoekschrift.

De voorzitter van het hof heeft kennisgenomen van de stukken en het standpunt van de advocaat-generaal, die heeft geconcludeerd tot toewijzing van het verzoek. Verzoeker is echter niet verschenen tijdens de behandeling van het verzoek in raadkamer. Het hof heeft vastgesteld dat de strafzaak is geëindigd zonder oplegging van straf en dat het arrest onherroepelijk is geworden.

Het hof heeft geoordeeld dat er gronden van billijkheid zijn voor de toekenning van de verzochte vergoeding voor rechtsbijstand en heeft deze vastgesteld op € 8.090,64. Voor de reiskosten heeft het hof een bedrag van € 47,15 toegewezen, na matiging van de oorspronkelijke declaratie. Daarnaast is een vergoeding van € 550,00 voor het indienen van het verzoekschrift toegekend. Het hof heeft het verzoek voor de overige kosten afgewezen, omdat deze niet voldoende onderbouwd waren. De totale toegekende vergoeding bedraagt € 8.687,79, welke uit 's Rijks kas aan verzoeker zal worden betaald.

Uitspraak

beschikking
GERECHTSHOF AMSTERDAM
Rekestnummer: R 000721-16 (591a Sv)
Parketnummer in hoger beroep: 23/002104-12
Beschikking op het verzoekschrift op de voet van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[verzoeker]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1990
domicilie kiezende ten kantore van zijn advocaat, mr. R.T. Poort,
Meerstraat 50, 1941 JC Beverwijk.

1.Inhoud van het verzoek

Het verzoekschrift strekt tot het toekennen van een vergoeding uit ’s Rijks kas ter zake van:
kosten die verzoeker stelt te hebben gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van de strafzaak met voormeld parketnummer ten bedrage van € 8.090,64,
reiskosten verzoeker: € 15,58 + € 42,10 = € 57,68 + reiskosten raadsvrouw
:€ 57,68 = € 115,36
schade ten gevolge van tijdsverzuim door de vervolging en behandeling van de zaak ter terechtzitting, ten bedrage van € 491,48 (inkomensderving);
kosten ten behoeve van het opstellen, indienen en in raadkamer toelichten van dit verzoekschrift ten € 550,00.

2.Procesverloop

De voorzitter heeft kennisgenomen van de stukken in de strafzaak met voormeld parketnummer en van het onderhavige verzoekschrift, alsmede van het standpunt van de advocaat-generaal betreffende dit verzoek.
De voorzitter heeft op 14 oktober 2016 de advocaat-generaal en de advocaat van verzoeker ter gelegenheid van de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer gehoord. Verzoeker is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet in raadkamer verschenen.
De advocaat van verzoeker heeft het verzoek in raadkamer toegelicht en – kort gezegd – betoogd dat er gronden van billijkheid zijn voor toekenning van de verzochte vergoeding.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van het verzoek.

3.Beoordeling van het verzoek

Het verzoekschrift is tijdig ter griffie van dit hof ingediend.
De strafzaak met voormeld parketnummer is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht. Het arrest in die strafzaak is inmiddels onherroepelijk geworden.
Gronden van billijkheid zijn aanwezig voor toekenning van een vergoeding (zoals verzocht) ter zake van kosten rechtsbijstand ten behoeve van de strafzaak van € 8.090,64.
Het hof acht tevens gronden van billijkheid aanwezig voor toekenning van een vergoeding van de reiskosten van de verzoeker. Het hof zal echter deze reiskostendeclaratie van € 57,68 matigen met een bedrag van € 10,53 (retour Beverwijk – Amsterdam), nu niet is gebleken dat de verzoeker op 12 november 2014 bij de getuigenverhoren bij het gerechtshof Amsterdam aanwezig is geweest. Het hof zal derhalve ter zake reiskosten een vergoeding van € 47,15 toekennen.
Ter zake van het opstellen, indienen en in raadkamer toelichten van dit verzoekschrift zijn gronden van billijkheid aanwezig voor toekenning van € 550,00, zijnde het geldende standaardbedrag.
De voorzitter acht geen gronden van billijkheid aanwezig voor toekenning van hetgeen meer of anders is verzocht en zal het verzoek – in zoverre – afwijzen.
Ten aanzien van de reiskosten van de raadsvrouw overweegt de voorzitter dat niet is gebleken dat verzoeker dit bedrag aan de raadsvrouw heeft voldaan. Tot slot wordt overwogen dat de kosten ten aanzien van gederfde inkomsten niet zijn onderbouwd, nu niet is gebleken wat de daadwerkelijke financiële schade is geweest, en derhalve evenmin voor vergoeding in aanmerking komen.

4.Beslissing

De voorzitter:
Wijst het verzochte toe, in dier voege dat aan de verzoeker uit ’s Rijks kas een vergoeding wordt toegekend van
€ 8.687,79(€ 8.090,64 + € 47,15 + € 550,00) (
achtduizendzeshonderdzevenentachtig euro en negenenzeventig eurocent).
Wijst af het meer of anders verzochte
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan verzoeker.
Deze beschikking is gegeven door de voorzitter van de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, mr. J.L. Bruinsma, in tegenwoordigheid van mr. M.S. de Boer als griffier, is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken op de openbare zitting van dit hof van 11 november 2016.
De voorzitter beveelt:
de tenuitvoerlegging van deze beschikking voor een bedrag van
€ 8.687,79(€ 8090,64 + € 47,15 + € 550,00)
(achtduizendzeshonderdzevenentachtig euro en negenenzeventig eurocenten), te betalen uit ’s Rijks kas aan verzoeker voornoemd door overmaking van bovenstaand bedrag op bankrekeningnummer [rekeningnummer] tnv Stichting Derdenbeheer Dudink & Starink Advocaten ovv dossiernummer 20160128.
Amsterdam, 11 november 2016.
Mr. J.L. Bruinsma, voorzitter.