ECLI:NL:GHAMS:2016:4435
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- C.M. Aarts
- H.T. van der Meer
- R.J.F. Thiessen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de toepassing van het overgangsrecht onder de Wet werk en zekerheid in een arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 november 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van een transitievergoeding aan een werknemer, [geïntimeerde], die in dienst was bij de Stichting Zaam Interconfessioneel Voortgezet Onderwijs. De werknemer was sinds 2013 ziek en had in 2015 een IVA-uitkering ontvangen. De werkgever, Zaam, had op 30 juni 2015 toestemming gevraagd aan het UWV voor opzegging van de arbeidsovereenkomst, welke toestemming op 17 juli 2015 werd verleend. De arbeidsovereenkomst werd op 8 september 2015 opgezegd. De werknemer verzocht de kantonrechter om een transitievergoeding van € 47.360,87, welke door de kantonrechter werd toegewezen. Zaam ging in hoger beroep tegen deze beslissing, stellende dat de kantonrechter ten onrechte had geoordeeld dat de transitievergoeding verschuldigd was.
Het hof oordeelde dat de hoofdregel van het overgangsrecht onder de Wet werk en zekerheid (Wwz) onmiddellijke werking heeft. Dit betekent dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst, die op 8 september 2015 plaatsvond, in beginsel onder het nieuwe recht valt. Het hof legde het overgangsrecht strikt uit en concludeerde dat alleen verzoeken om toestemming aan het UWV tot opzegging van de arbeidsovereenkomst, die op grond van het vóór 1 juli 2015 geldende recht noodzakelijk waren en vóór die datum bij het UWV zijn ingediend, onder de beschermende werking van het overgangsrecht vallen. In dit geval was er geen sprake van een dergelijk verzoek, waardoor de transitievergoeding verschuldigd was.
Het hof bekrachtigde de beschikking van de kantonrechter en veroordeelde Zaam tot betaling van de wettelijke rente over de transitievergoeding vanaf de datum van de beschikking in eerste aanleg. Tevens werd Zaam in de proceskosten van het hoger beroep veroordeeld. De uitspraak benadrukt de strikte toepassing van het overgangsrecht en de voorwaarden waaronder een transitievergoeding kan worden toegewezen.