ECLI:NL:GHAMS:2016:4290

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
2 november 2016
Publicatiedatum
3 november 2016
Zaaknummer
200.200.762/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van een rechter in bestuursrechtelijke procedure

Op 20 september 2016 heeft verzoeker een gemotiveerd wrakingsverzoek ingediend tegen mr. G.J. van Leijenhorst bij het gerechtshof Den Haag. Dit verzoek werd op 29 september 2016 door de wrakingskamer van het gerechtshof Den Haag ter verdere behandeling verwezen naar het Gerechtshof Amsterdam. Mr. Van Leijenhorst heeft niet ingestemd met het wrakingsverzoek en heeft op 16 oktober 2016 schriftelijk gereageerd. De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek vond plaats op 28 oktober 2016, maar verzoeker is niet verschenen.

In zijn brief van 26 oktober 2016 heeft verzoeker zijn standpunt uiteengezet, waarin hij zijn onvrede over de rechtspraak en de toepassing van regels uitdrukt. Hij stelt dat de menselijke maat uit de rechtspraak is verdwenen en dat de rechtspraak niet onafhankelijk kan zijn binnen het huidige systeem. Verzoeker geeft aan dat hij geen belang meer heeft bij een beslissing op zijn wrakingsverzoek en dat hij de zaak verder wil laten rusten.

Het hof concludeert op basis van de ingediende stukken en de standpunten van verzoeker dat hij geen belang meer heeft bij een beslissing op het wrakingsverzoek. Daarom verklaart het hof verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking. Deze beslissing is genomen door de wrakingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 2 november 2016, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

zaaknummer : 200.200.762/01
rolnummer hoofdzaak : BK-16/00227
beslissing van de wrakingskamer van 2 november 2016
inzake het op 20 september 2016 ingediende wrakingsverzoek van
[verzoeker]
,
te dezer zake domicilie kiezend op het [adres]
hierna te noemen: verzoeker.

1.Het geding

1.1
Op 20 september 2016 is ter griffie van het gerechtshof Den Haag een faxbericht binnengekomen van verzoeker, inhoudende een gemotiveerd verzoek tot wraking van mr. G.J. van Leijenhorst.
1.2
Bij beslissing van de wrakingskamer van het gerechtshof Den Haag van 29 september is de wrakingszaak ter verdere behandeling verwezen naar dit hof.
1.3
Mr. Van Leijenhorst heeft niet berust in het wrakingsverzoek. Hij heeft in een brief van 16 oktober 2016 een schriftelijke reactie op het verzoek gegeven.
1.4
De mondelinge behandeling van het onderhavige wrakingsverzoek is bepaald op 28 oktober 2016 om 11.00 uur. Verzoeker is daarbij, zoals aangekondigd in zijn brief van 26 oktober 2016, niet in persoon verschenen.

2.De beoordeling van het wrakingsverzoek

De brief van verzoeker van 26 oktober 2016 houdt (onder meer) het volgende in:
“U dient te begrijpen dat de Mens niet is geschapen om regels te dienen, maar dat de regels door de Mens zijn geschapen om de Mens te dienen. Begrijpt u dat niet, Hoe kunt u en uw Rechtspraak dan recht spreken? De Menselijke maat is uit de Rechtspraak verdwenen; u past slechts nog pure regels toe, en zelfs soms dat niet eens! Soms handelt de Rechtspraak flagrant in strijd met de door de wetgever uitgevaardigde regels! En menigmaal voelt dat (zeer) onrechtvaardig aan. Daarom verzoek ik u en uw Rechtspraak als President /judge van de Supreme Court of Justness voornoemd dringend en beleefd om de Menselijke maat weer in acht te nemen om daadwerkelijk recht te doen aan beroepsverzoeken van Mensen. Want als computers, flitspalen en (mede daarop aangepaste) regels het onder goedkeuring van onze sub-Court: de Hoge Raad der Nederlanden, van Mensen gaan overnemen, dan bevindt de Rechtspraak zich op een hellend vlak!
Wat is dan nog het recht van een Medelander?
Beantwoordt u de bovenvermelde vragen maar voor uzelf.
Gelet op het bovenstaande mogen we tot de conclusie komen dat het mij niet mogelijk is om aan uw oproeping te voldoen, maar dat geeft ook niet meer. Want wij zijn verbonden met de Spirituele Wereld van God (Vaikuntha) die de omstandigheden op zodanige wijze heeft veranderd dat wij geen belang meer hebben bij enige wraking, noch uitspraak, al wijzen wij zeker nog wel op de subjectieve partijdigheid van de Rechtspraak zeker in het kader van het bestuursrecht en met name het belastingrecht. De Rechtspraak is hier en kan hier geen onafhankelijke rechter zijn omdat er in wat u noemt: “Nederland”, geen Trias Politica is. Daarover hebben wij de Staten-Generaal per e-mail al naar aanleiding van ons wrakingsverzoek gerapporteerd.
Op zichzelf beschouwd kan het geschrift van de betreffende Senior raadsheer van het nodige
commentaar worden voorzien, maar wij steken daarin geen energie meer. Wat ons betreft kan de hele zaak verder worden ingetrokken, maar wij laten het - gelet op het hiervoor vermelde -aan u of u zonder onze aanwezigheid toch uitspraak Wilt doen op mijn wrakingsverzoek, of de zaak verder buiten behandeling stelt. In elk geval laten wij deze zaak verder rusten.”
Gelet op het door verzoeker ingenomen standpunt zoals tot uitdrukking gebracht in de hiervoor weergegeven citaten moet het hof concluderen dat verzoeker geen belang meer heeft bij een beslissing op het verzoek. Het hof zal verzoeker daarom niet-ontvankelijk verklaren in zijn verzoek.

3.De beslissing

Het hof:
Verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking.
Deze beslissing is gegeven door de wrakingskamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.W. Hoekzema, mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen en mr. A.M. van Amsterdam, in tegenwoordigheid van de griffier mr. J. Mulder, en is in het openbaar uitgesproken op 2 november 2016.