ECLI:NL:GHAMS:2016:4244

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 september 2016
Publicatiedatum
27 oktober 2016
Zaaknummer
23-003707-14
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Terugwijzing van een strafzaak naar de rechtbank wegens nietigheid van de dagvaarding en verstek

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een verdachte die op 14 januari 2012 in Amsterdam dameshempjes en/of broekjes heeft weggenomen, toebehorende aan de HEMA. De verdachte is geboren in 1967 op de Nederlandse Antillen en heeft niet ter terechtzitting in eerste aanleg of in hoger beroep verschenen. Het hof heeft vastgesteld dat de dagvaarding in eerste aanleg niet overeenkomstig de wettelijke voorschriften is betekend, waardoor deze nietig verklaard had moeten worden. Aangezien de verdachte niet in persoon is opgeroepen voor de zitting in hoger beroep, heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de zaak naar de rechtbank wordt teruggeworpen. Het hof heeft deze vordering gehonoreerd en het vonnis waarvan beroep vernietigd. De zaak is terugverwezen naar de politierechter in de rechtbank Amsterdam, zodat deze met inachtneming van het arrest opnieuw recht kan doen.

Uitspraak

parketnummer: 23-003707-14
datum uitspraak: 20 september 2016
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 20 mei 2014 in de strafzaak onder parketnummer 96-073921-12 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Nederlandse Antillen) op [geboortedag] 1967,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 20 september 2016.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij, op of omstreeks 14 januari 2012 te Amsterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meerdere dameshempjes en/of broekjes, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de HEMA, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd.
Blijkens de bij de dagvaarding voor de terechtzitting in eerste aanleg behorende akten van uitreiking is de dagvaarding, na een poging tot uitreiking op 26 maart 2014 op het adres [adres 3] Amsterdam, niet overeenkomstig het voorschrift van artikel 4, eerste lid, van het Besluit kennisgeving gerechtelijke mededelingen 7 dagen bewaard gebleven op de afhaallocatie. Aangezien de verdachte in eerste aanleg niet ter terechtzitting is verschenen had de politierechter, gelet op artikel 588, derde lid, in verband met artikel 590, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, de dagvaarding in eerste aanleg nietig behoren te verklaren. Nu de verdachte niet ter terechtzitting in hoger beroep is verschenen, de oproeping in hoger beroep niet in persoon aan hem is betekend en de advocaat-generaal heeft gevorderd dat de zaak naar de rechtbank zal worden teruggewezen, zal het hof de zaak naar de rechtbank terugwijzen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Wijst de zaak terug naar de politierechter in de rechtbank Amsterdam, teneinde met inachtneming van dit arrest recht te doen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. C.N. Dalebout, mr. M.J.A. Duker en mr. M.L.M. van der Voet, in tegenwoordigheid van mr. S. Egidi, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 20 september 2016.