Uitspraak
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Tenlasteleggingen
primair:
hij op of omstreeks 03 maart 2011 te Amstelveen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een tas (zwart met witte stippen) en/of een portemonnee (wit) en/of een mobiele telefoon (Samsung rood) en/of kentekenbewijs (deel I en deel II) en/of overschrijvingsbewijs en/of een rijbewijs en/of een bankpas (Rabobank) en/of een geldbedrag (ongeveer 200 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s);
hij op of omstreeks 03 maart 2011 te Amstelveen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een tas (zwart met witte stippen) en/of een portemonnee (wit) en/of een mobiele telefoon (Samsung rood) en/of kentekenbewijs (deel I en deel II) en/of overschrijvingsbewijs en/of een rijbewijs en/of een bankpas (Rabobank) en/of een geldbedrag (ongeveer 200 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk(e) goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door misdrijf, te weten vinder, onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 13 augustus 2014 tot en met 13 oktober 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, (telkens) opzettelijk (zijn levensgezel) [slachtoffer 6], heeft mishandeld, bestaande deze mishandeling uit het eenmaal of meermalen
hij op of omstreeks 13 oktober 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een (badkamer)deur en/of een televisie, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt door eenmaal of meermalen
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 7 september 2013 t/m 14 september 2013 te Amsterdam en/of Amstelveen, in elk geval in Nederland, een motor (Honda pf01, kenteken [kenteken]) heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door diefstal in elk geval (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
hij op of omstreeks 14 september 2013 te Amstelveen, in elk geval in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een ruit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt door (met kracht) tegen voornoemde ruit te slaan en/of te stompen.
Vonnis waarvan beroep
(Partiële) vrijspraken
zaak Aten laste gelegd dat hij samen met een ander of anderen seksuele handelingen ten aanzien van [slachtoffer 1] heeft gepleegd. Waar het de feitelijke invulling van die handelingen betreft, is met zoveel woorden omschreven dat het de verdachte is geweest die bij die gelegenheid of
zaak B onder 1 primair(diefstal) is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
zaak D onder 3ten laste gelegde worden vrijgesproken, omdat naar het oordeel van het hof uit de stukken in het dossier onvoldoende blijkt dat de verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van de motor wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de motor van diefstal afkomstig was.
Bewezenverklaring
hij op 3 maart 2011 te Amstelveen tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk een tas (zwart met witte stippen) en een portemonnee (wit) en een mobiele telefoon (Samsung rood) en kentekenbewijs (deel I en deel II) en overschrijvingsbewijs en een rijbewijs en een bankpas (Rabobank) en een geldbedrag (ongeveer 200 euro) toebehorende aan [slachtoffer 2], welke goederen verdachte en zijn mededaders anders dan door misdrijf, te weten als vinder, onder zich hadden, wederrechtelijk zich hebben toegeëigend;
hij op 4 februari 2011 te Amstelveen, [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend om die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] heengelopen en een mes in de nabijheid van die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] over de grond gehaald en bewogen en geschraapt en daarbij dreigend de woorden toegevoegd: ''ik ga jullie steken, Mokro-style'' en ''ik snijd je gezicht open'';
hij in de periode van 1 oktober 2014 tot en met 13 oktober 2014 te Amsterdam opzettelijk zijn levensgezel [slachtoffer 6], heeft mishandeld, bestaande deze mishandeling uit het
hij op 13 oktober 2014 te Amsterdam, opzettelijk en wederrechtelijk een badkamerdeur en een televisie, toebehorende aan [slachtoffer 6], heeft vernield door
hij op 14 september 2013 te Amstelveen, opzettelijk en wederrechtelijk een ruit, toebehorende aan
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en maatregel
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 8]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Vordering tenuitvoerlegging
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden.
12 (twaalf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
€ 1.300,00 (duizend driehonderd euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 1.300,00 (duizend driehonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
23 (drieëntwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 1.650,48 (duizend zeshonderdvijftig euro en achtenveertig cent) bestaande uit € 890,48 (achthonderdnegentig euro en achtenveertig cent) materiële schade en € 760,00 (zevenhonderdzestig euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 1.650,48 (duizend zeshonderdvijftig euro en achtenveertig cent) bestaande uit
26 (zesentwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.