Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Omvang van het hoger beroep
Tenlasteleggingen
hij op of omstreeks 10 augustus 2013 te Haarlem tussen omstreeks 00.00 uur en 01.00 uur, althans gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning, gelegen aan de [adres 2], met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een of meer (gouden) ringen en/of een paar (gouden) oorbellen en/of een horloge, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die ringen en/of oorbellen en/of horloge onder zijn bereik heeft gebracht door middel inklimming en/of welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, (meermalen) heeft gezegd: "Doe die ring af" en/of "Ik wil die ring" en/of "Ik moet die ring", althans woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking en/of die [slachtoffer 1] heeft geduwd en/of tegen het hoofd heeft geslagen en/of die [slachtoffer 2] met een glas in het gezicht heeft geslagen en/of die [slachtoffer 2] een of meermalen tegen het hoofd en/of (elders) op/tegen het lichaam heeft gestompt en/of geslagen en/of geschopt, tengevolge waarvan die [slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel (een gebroken neus en/of een of meer gekneusde en/of gebroken ribben en/of snijwonden in het gezicht (met blijvende littekens tot gevolg) heeft opgelopen;
hij op of omstreeks 27 juli 2013 te Haarlem met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer (gouden) ringen en/of een horloge en/of een portemonnee, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen ringen en/of horloge en/of portemonnee onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, een of meermalen tegen die [slachtoffer 3] heeft gezegd: "Money, money," en/of "Je moet money hebben", althans woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking en/of die [slachtoffer 3] een of meermalen tegen het hoofd en/of (elders) op/tegen het lichaam heeft gestompt en/of geslagen, tengevolge waarvan die [slachtoffer 3] zwaar lichamelijk letsel (een gebroken kaak en/of neus en/of oogkas en/of een gescheurde oorschelp) heeft opgelopen;
hij op of omstreeks 09 mei 2013 te Haarlem opzettelijk en wederrechtelijk een ruit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan restaurant [bedrijfsnaam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, immers heeft hij, verdachte, (met kracht) tegen die ruit geslagen;
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak
Bespreking van bewijsverweren in hoger beroep
chain-of-custody. De raadsvrouw verzoekt het hof om die reden de rapportages van het NFI van 17 juni 2015 en (aanvullend) van 14 augustus 2015 van het bewijs uit te sluiten.
Bewezenverklaring
hij op 10 augustus 2013 te Haarlem tussen omstreeks 00.00 uur en 01.00 uur, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning, gelegen aan de [adres 2], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen gouden ringen en een paar oorbellen en een horloge, toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming en welke diefstal werd vergezeld en gevolgd van geweld tegen die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld hierin bestond dat hij, verdachte, meermalen heeft gezegd: "Doe die ring af" en "Ik wil die ring" en "Ik moet die ring", en die [slachtoffer 1] heeft geduwd en tegen het hoofd heeft geslagen en die [slachtoffer 2] met een glas in het gezicht heeft geslagen en die [slachtoffer 2] meermalen tegen het hoofd en elders tegen het lichaam heeft gestompt en geschopt, ten gevolge waarvan die [slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel (een gebroken neus en gebroken ribben en snijwonden in het gezicht) (met blijvende littekens tot gevolg) heeft opgelopen;
hij op 9 mei 2013 te Haarlem opzettelijk en wederrechtelijk een ruit, toebehorende aan restaurant [bedrijfsnaam], heeft vernield, immers heeft hij, verdachte, (met kracht) tegen die ruit geslagen;
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
met ingang van
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Vordering tenuitvoerlegging (21-004192-11)
Vordering tenuitvoerlegging (13-702048-13)
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren.
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.
met ingang van 1 januari 2017te doen aanvangen.
€ 3.102,31 (drieduizend honderdtwee euro en eenendertig cent) bestaande uit € 602,31 (zeshonderdtwee euro en eenendertig cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 3.102,31 (drieduizend honderdtwee euro en eenendertig cent) bestaande uit € 602,31 (zeshonderdtwee euro en eenendertig cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
41 (eenenveertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 500,00 (vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 500,00 (vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.