ECLI:NL:GHAMS:2016:4195
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Incidentieel hoger beroep over verhuurverbod sociale huurwoning
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam, waarin hij is veroordeeld tot ontruiming van een sociale huurwoning. De appellant heeft de woning inmiddels ontruimd, maar vordert in incidenteel hoger beroep een voorlopige voorziening die Ymere, de verhuurder, verbiedt de woning te verhuren of te verkopen gedurende de hoger beroep procedure. Het hof oordeelt dat de appellant geen belang heeft bij het gevorderde verbod, omdat voldoende aannemelijk is dat de woning inmiddels aan een derde is verhuurd. De zaak betreft een sociale huurwoning die oorspronkelijk aan de moeder van de appellant was verhuurd. Na de opzegging van de huur door de moeder, heeft de appellant in de woning verbleven. Ymere heeft de woning inmiddels verhuurd aan een statushouder met vier kinderen, wat het hof als een legitieme actie beschouwt. Het hof wijst de incidentele vordering van de appellant af, omdat de verhuur aan een derde de uitkomst van de hoofdzaak niet beïnvloedt. De beslissing over de proceskosten wordt aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak.