ECLI:NL:GHAMS:2016:416

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 januari 2016
Publicatiedatum
9 februari 2016
Zaaknummer
14/00205 t/m 14/00210
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake indeling van thermosflessen onder douanecode 9617 00 00

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de indeling van thermosflessen onder de douanecode 9617 00 00. De belanghebbende, een bedrijf dat thermosflessen importeert, had bezwaar gemaakt tegen de bindende tariefinlichtingen (BTI's) die door de inspecteur van de Belastingdienst/Douane waren afgegeven. De inspecteur had vastgesteld dat de thermosflessen vacuümisolatie bezaten en daarom correct waren ingedeeld onder de genoemde douanecode. De rechtbank Noord-Holland had eerder de beroepen van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarna de belanghebbende in hoger beroep ging.

Tijdens de zitting heeft het Hof de feiten en de argumenten van beide partijen gehoord. De rechtbank had vastgesteld dat de inspecteur voldoende bewijs had geleverd dat de thermosflessen vacuümisolatie bezaten, onder andere door middel van laboratoriumonderzoek. Het Hof onderschreef het oordeel van de rechtbank en concludeerde dat de indeling onder douanecode 9617 00 00 terecht was. De belanghebbende had geen overtuigende argumenten aangedragen om aan de bevindingen van de inspecteur te twijfelen.

Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde de hoger beroepen ongegrond. De kostenveroordeling werd afgewezen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er werd een termijn van zes weken gegeven voor het instellen van beroep in cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Kenmerken 14/00205, 14/00206, 14/00207, 14/00208, 14/00209, 14/00210
28 januari 2016
uitspraak van de meervoudige douanekamer
op de hoger beroepen van
[belanghebbende] ,gevestigd te [woonplaats] , belanghebbende,
tegen de uitspraak in de zaken met kenmerken AWB 13/1768 t/m AWB 13/1773 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in de gedingen tussen
belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Douane,
de inspecteur.

1.Ontstaan en loop van het geding

1.1.1.
De inspecteur heeft met dagtekening 17 juli 2012 met referentienummer [nummer 1] een bindende tariefinlichting (hierna: BTI) afgegeven met de GN-code 9617 00 00.
1.1.2.
De inspecteur heeft met dagtekening 17 juli 2012 met referentienummer [nummer 2] een BTI afgegeven met de GN-code 9617 00 00.
1.1.3.
De inspecteur heeft met dagtekening 23 juli 2012 met referentienummer [nummer 3] een BTI afgegeven met de GN-code 9617 00 00.
1.1.4.
De inspecteur heeft met dagtekening 17 juli 2012 met referentienummer [nummer 4] een BTI afgegeven met de GN-code 9617 00 00.
1.1.5.
De inspecteur heeft met dagtekening 23 juli 2012 met referentienummer [nummer 6] een BTI afgegeven met de GN-code 9617 00 00.
1.1.6.
De inspecteur heeft met dagtekening 13 augustus 2012 met referentienummer [nummer 7] een BTI afgegeven met de GN-code 9617 00 00.
1.2.1.
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak op bezwaar, gedagtekend 14 februari 2013 de onder 1.1.1 vermelde BTI gehandhaafd.
1.2.2.
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak op bezwaar van 19 februari 2013, de onder 1.1.2 tot en met 1.1.6 vermelde BTI’s gehandhaafd.
1.3.
Bij uitspraak van 27 februari 2014 heeft de rechtbank de door belanghebbende ingestelde beroepen ongegrond verklaard.
1.4.
De tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroepen zijn bij het Hof ingekomen op 10 april 2014, en aangevuld bij brief van 7 mei 2014. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
1.5.
Belanghebbende heeft een nader stuk ingediend, bij het Hof ingekomen op 2 december 2015.
1.6.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 december 2015. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2.Feiten

2.1.
De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld (in de uitspraak van de rechtbank wordt belanghebbende aangeduid als ‘eiser’ en de inspecteur als ‘verweerder’):
2.1.1.
[bedrijf 1] heeft op 16 mei 2012 ten behoeve van eiseres vijf bti’s aangevraagd voor producten die als volgt zijn omschreven:
“ITEM [1]
Thermosset bestaande uit een dubbelwandige roestvrijstalen thermosfles (0,50 liter) en 2 roestvrijstalen thermosbekers (0.26 liter), met een kunststof deksel, in een nylon etui met draagband”
“ITEM [2]
Dubbelwandige roestvrijstalen thermosfles (0,75 liter) in een blauwe nylon etui (…), met draagband”
“ITEM [3]
Roestvrijstalen thermosfles (0,5 liter), met kunststof accenten en snelsluiting”
“ITEM [4]
Thermosset, bestaande uit een dubbelwandige roestvrijstalen thermosfles (0,50 liter) en 2 roestvrijstalen thermosbekers (0,30 liter), met een kunststof handgreep en deksel”
“ITEM [5]
Dubbelwandige roestvrijstalen thermosfles (1 liter)”
2.1.2.
[bedrijf 2] heeft op 26 juni 2012 ten behoeve van eiseres een bti aangevraagd voor een product dat als volgt is omschreven:
“Betreft item [6]
Dubbelwandige thermosfles met ondermeer de volgende kenmerken:
- Van roestvrij staal
- Met een inhoud van 0,5 liter
- Buitendiameter onderzijde van ongeveer 8 cm
- Afschroef baar deksel met een kunststof binnenwerk, kan tevens als drinkbeker dienen
- Verpakt in kartonnen doos
- Het artikel heeft geen
dubbelwandige binnen flesmet een luchtledige ruimte tussen de wanden zoals bedoeld bij post GN 9617.”
2.2.1.
De onder 1.1.1 genoemde bti die is afgegeven voor item [1] houdt onder meer in:
“7 Omschrijving van het goed
Een assortiment bestaande uit:
- een vacuüm geïsoleerde thermosfles van dubbelwandig roestvrij staal, met een inhoud van 0,5 liter;
- twee roestvrijstalen bekers met een kunststof deksel;
- een draagtas van textielstof, met speciale voorzieningen van klittenband voor het vastzetten van de bekers en fles.
Het geheel is opgemaakt voor de verkoop in het klein en verpakt in een kartonnen doos.
Het wezenlijk karakter wordt toegekend aan de thermosfles zoals bedoeld bij GS-post 9617 van de gecombineerde nomenclatuur.”
2.2.2.
De onder 1.1.2 genoemde bti die is afgegeven voor item [2] houdt onder meer in:
“7 Omschrijving van het goed
Een set bestaande uit:
- een vacuüm geïsoleerde thermosfles van dubbelwandig roestvrij staal, met een inhoud van 0,75 liter;
- een omhulling van textielstof, speciaal gevormd en voorzien van een ritssluiting.
Het geheel is opgemaakt voor de verkoop in het klein en verpakt in een kartonnen doos.
Het wezenlijk karakter wordt toegekend aan de thermosfles zoals bedoeld bij GS-post 9617 van de gecombineerde nomenclatuur.”
2.2.3.
De onder 1.1.3 genoemde bti die is afgegeven voor item [3] houdt onder meer in:
“7 Omschrijving van het goed
Een dubbelwandige thermosfles met onder meer de volgende kenmerken:
- van roestvrij staal;
- met een inhoud van een halve liter;
- een buitendiameter aan de onderzijde van ongeveer 7 cm;
- een afschroefbaar deksel van kunststof, voorzien van een schenktuit.
Het artikel is opgemaakt voor de verkoop in het klein en verpakt in een kartonnen doos.”
2.2.4.
De onder 1.1.4 genoemde bti die is afgegeven voor item [4] houdt onder meer in:
“7 Omschrijving van het goed
Een assortiment bestaande uit:
- een vacuüm geïsoleerde thermosfles van dubbelwandig roestvrij staal, met een inhoud van 0,75 liter;
- twee roestvrijstalen bekers met een kunststof deksel;
Het geheel is opgemaakt voor de verkoop in het klein en verpakt in een kartonnen doos.
Het wezenlijk karakter wordt toegekend aan de thermosfles zoals bedoeld bij GS-post 9617 van de gecombineerde nomenclatuur.”
2.2.5.
De onder 1.1.5 genoemde bti die is afgegeven voor item [5] houdt onder meer in:
“7 Omschrijving van het goed
Een dubbelwandige thermosfles met onder meer de volgende kenmerken:
- vervaardigd van -volgens opgave- roestvrij staal;
- met een inhoud van één liter;
- een buitendiameter aan de onderzijde van ongeveer 8 cm;
- de bovenzijde van de fles is voorzien van schroefdop van kunststof waarin, een drukmechanisme is aangebracht om de fles te openen of te sluiten;
- een afschroefbaar deksel van kunststof met een kunststof binnenwerk, dat tevens als drinkbeker kan dienen.
Het artikel is opgemaakt voor de verkoop in het klein en verpakt in een kartonnen doos.”
2.2.6.
De onder 1.1.6 genoemde bti die is afgegeven voor item [6] houdt onder meer in:
“7 Omschrijving van het goed
Een dubbelwandige thermosfles met, -volgens opgave- onder meer de volgende kenmerken:
- vervaardigd van roestvrij staal;
- met een inhoud van 0,5 liter;
- een buitendiameter aan de onderzijde van ongeveer 7 cm;
- de bovenzijde van de fles is voorzien van schroefdop van kunststof waarin een drukmechanisme is aangebracht om de fles te openen of te sluiten;
- een afschroefbaar deksel van kunststof met een kunststof binnenwerk, dat tevens als drinkbeker kan dienen.
Het artikel is opgemaakt voor de verkoop in het klein en verpakt in een kartonnen doos.”
2.3.
Voor zover in de aanvragen en in de bti’s de term dubbelwandig wordt gebruikt, is daarmee bedoeld dat sprake is van een buitenwand en een enkelwandige binnenfles en niet dat de binnenfles dubbelwandig is.
2.4.
Een e-mailbericht van [naam 1] , die de bezwaarschriften heeft behandeld, houdt in:
“Bij het behandelen van het bezwaarschrift tegen de goederencode die op de BTI staat vermeld heb ik de behandelaar van de BTI, de heer [naam 2] , geraadpleegd. Ik heb hem gevraagd hoe hij heeft vastgesteld dat de thermosfles vacuümisolatie bezit. Hij heeft een gat geboord in de fles, waarbij is vastgesteld dat er lucht in de fles werd gezogen. Door het aanzuigen van de lucht blijkt de thermosfles vacuümisolatie te bezitten.”
2.5.
Een monster van het item [2] is onderzocht door het Douane Laboratorium. In een brief van drs. [naam 3] , hoofdscheikundige van het Douane Laboratorium, van
30 oktober 2012 is, voor zover van belang, onder meer vermeld:
“(…)
Onderzocht product:thermosfles
Monster in goede staat en met ongeschonden verzegeling ontvangen.
(…)
Bij onderzoek bevonden:
Metalen thermosfles met vacuümisolatie.
GN-code
Advies goederencode: 9617.0000
(…)”
Het onderzoek door het Douane Laboratorium van monsters van items [3] , [4] en [6] heeft tot dezelfde bevindingen en tot hetzelfde advies geleid.
2.6.
Een e-mail bericht van drs. [naam 3] houdt in:
“Hier zijn de details van het monsteronderzoek dat destijds op het betreffende monster is uitgevoerd: De bodem van de thermosfles is verwijderd, dan is een ventiel zichtbaar waarvan de opening is dichtgesmolten. Bij doorknippen van de dichtgesmolten ventielopening is duidelijk hoorbaar dat de thermosfles lucht aanzuigt. Uit zowel de aanwezigheid van het dichtgesmolten ventiel als het hoorbaar aanzuigen van de fles is geconcludeerd dat de thermosfles is voorzien van vacuümisolatie.”
2.2.
Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden zal ook het Hof daarvan uitgaan.

3.Geschil in hoger beroep

3.1.
Evenals bij de rechtbank is bij het Hof in geschil of de inspecteur terecht BTI’s heeft afgegeven waarin de producten zijn ingedeeld in GN-code 9617 00 00.
3.2.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.

4.Toepasselijke regelgeving

4.1.
De van belang zijnde teksten van de posten (tekst 2012) luiden als volgt:
“7323 Keukengerei en huishoudelijke artikelen, alsmede delen daarvan, van gietijzer, van ijzer of van staal; ijzerwol en staalwol; sponsen, schuurlappen, schuurhandjes en dergelijke artikelen voor het schuren, voor het polijsten of voor dergelijke doeleinden, van ijzer of van staal:
(…)
7323 93 00 – – van roestvrij staal
(…)
7323 93 00 90 – – – andere
(…)”
“9617 00 00 Thermosflessen en andere gemonteerde isothermische bergingsmiddelen, met vacuümisolatie; delen van deze bergingsmiddelen, andere dan binnenflessen van glas”
4.2.
De GS-toelichting bij post 9617 houdt, voor zover van belang, onder meer in:
“Deze post omvat:
1.
thermosflessenen andere gelijkaardige isothermische bergingsmiddelen, met vacuümisolatie, zoals bokalen, potten, karaffen, enz., die bestemd zijn om vloeistoffen, eetwaren of andere producten gedurende een zekere tijd op dezelfde temperatuur te houden. Deze artikelen bestaan uit een dubbelwandige binnenfles met een luchtledige ruimte tussen de wanden en uit een beschermend omhulsel van metaal, kunststof of andere stoffen, soms overtrokken met papier, leder, kunstleder, enz.
De ruimte tussen binnenfles en omhulsel is soms opgevuld met een isolerende stof (glasvezel, kurk of vilt). Bij thermosflessen kan het deksel vaak dienen als drinkbeker;
(…)”

5.Beoordeling van het geschil

5.1.
Blijkens de bewoordingen van post 9617 is van belang of sprake is van vacuümisolatie. De rechtbank heeft met betrekking tot dit vereiste het volgende overwogen
“5.4. De rechtbank is van oordeel dat verweerder met de bevindingen zoals die zijn weergegeven in de hiervoor onder 2.4 en 2.6 genoemde e-mailberichten voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van vacuümisolatie. De enkele stelling van eiseres dat de lucht niet alleen wordt aangezogen als de ruimte tussen de wanden luchtledig is, maar ook als sprake is van onderdruk acht de rechtbank onvoldoende om aan de bevindingen van het Douane Laboratorium te twijfelen. De suggestie van de gemachtigde van eiseres ter zitting dat de lucht in de tussenwand van de producten vanwege tijdwinst (lopende band) wellicht slechts deels is weggezogen, acht de rechtbank ongeloofwaardig. Het is niet logisch en bedrijfseconomisch zelfs onrendabel om dergelijke producten te bewerken zoals de producten zijn bewerkt (het aanbrengen van een ventiel, het wegzuigen van lucht en het vervolgens dichtsmelten van het ventiel) om vervolgens de lucht deels weg te zuigen om tijdwinst te boeken op de lopende band”.
Het Hof onderschrijft dit oordeel van de rechtbank en de gronden waarop het rust. Belanghebbende heeft nog gesteld dat de rechtbank haar ongeloof baseert op een onjuiste weergave van hetgeen ter zitting is gezegd. Ook die stelling, wat daarvan moge zijn, kan er niet toe leiden dat het oordeel van de rechtbank geen stand kan houden.
5.2.
Ten overvloede wijst het Hof nog op huidige tekst van de website van belanghebbende, naar welke in het hogerberoepschrift wordt verwezen. Voor 5 van de zes in geding zijnde producten, met nrs. [6] , [1] , [2] , [4] en [5] , wordt thans uitdrukkelijk vermeld dat sprake is van een “vacuüm thermosfles”. Het artikel met nr. [3] is niet meer verkrijgbaar.
5.3.
Uitgaande van de aanwezigheid van vacuümisolatie beantwoorden alle in het geding zijnde producten aan de bewoordingen van GN-code 9617 00 00.
5.4.
Anders dan belanghebbende heeft bepleit, wordt aan dit oordeel niet afgedaan door de GS-toelichting bij post 9617, waarin is bepaald dat onder deze post vallende artikelen bestaan uit een dubbelwandige binnenfles. Volgens vaste rechtspraak vormen de GS-toelichtingen weliswaar belangrijke middelen ter verzekering van een eenvormige toepassing van het douanetarief door de douaneautoriteiten van de lidstaten, doch zijn zij rechtens niet bindend en kunnen zij de draagwijdte van het gemeenschappelijk douanetarief niet wijzigen (Hof van Justitie 16 juni 1994, C-35/93, Develop Dr. Eisbein, [naam 2] 21 en Gerecht van Eerste Aanleg 30 september 2003, T-243/01, Sony Computer Entertainment Europe Ltd, [naam 2] 115 t/m 118). Uit de bewoordingen van post 9617 volgt enkel dat sprake dient te zijn van vacuümisolatie. De GS-toelichting kan de reikwijdte van deze post derhalve niet beperken tot artikelen met een dubbelwandige binnenfles.
5.5.
Gelet op het vorenoverwogene dienen de goederen te worden ingedeeld onder GN-code 9617 00 00.
5.6.
Ten overvloede wijst het Hof nog op het verslag van de 56e zitting van het Comité Geharmoniseerd Systeem (bron: Nieuwsberichten in- en uitvoernieuws 7 oktober 2015), waarin het volgende indelingsadvies is opgenomen:
“Dubbelwandige roestvrijstalen thermosfles met een diameter van 75 mm en een capaciteit van 1,5 liter. De ruimte tussen beide wanden is gedeeltelijk luchtledig gemaakt, aldus een bijna vacuumisolatie tot stand brengend, waarbij warmteoverdracht door geleiding of convectie wordt verhinderd. Warmteoverdracht door thermische straling wordt geminimaliseerd door een aluminium reflectiefilmlaag tussen de binnen- en buitenwanden van het lichaam van de fles, teneinde de temperatuur maximaal vast te houden.
Toepassing van indelingsregel 1.”
Het Comité concludeert tot indeling onder post 9617.00. De omstandigheid dat (ook) bij een gedeeltelijke luchtledigheid aan het vereiste van “vacuumisolatie” wordt geacht te zijn voldaan, biedt steun aan het oordeel van het Hof in de onderhavige zaak.
5.7.
Slotsom
De slotsom is dat de onderhavige BTI’s terecht door de inspecteur zijn afgegeven, dat de hoger beroepen ongegrond zijn en dat de uitspraak van de rechtbank dient te worden bevestigd.

6.Kosten

Voor een kostenveroordeling als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht acht het Hof geen termen aanwezig.

7.Beslissing

Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
De uitspraak is gedaan door mrs. A. Bijlsma, voorzitter, B.A. van Brummelen en E. Polak, leden van de douanekamer, in tegenwoordigheid van mr. S.K. Grando als griffier.
De beslissing is op 28 januari 2016 in het openbaar uitgesproken.
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2. het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
d. de gronden van het beroep in cassatie.
Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.
In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.