In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de indeling van thermosflessen onder de douanecode 9617 00 00. De belanghebbende, een bedrijf dat thermosflessen importeert, had bezwaar gemaakt tegen de bindende tariefinlichtingen (BTI's) die door de inspecteur van de Belastingdienst/Douane waren afgegeven. De inspecteur had vastgesteld dat de thermosflessen vacuümisolatie bezaten en daarom correct waren ingedeeld onder de genoemde douanecode. De rechtbank Noord-Holland had eerder de beroepen van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarna de belanghebbende in hoger beroep ging.
Tijdens de zitting heeft het Hof de feiten en de argumenten van beide partijen gehoord. De rechtbank had vastgesteld dat de inspecteur voldoende bewijs had geleverd dat de thermosflessen vacuümisolatie bezaten, onder andere door middel van laboratoriumonderzoek. Het Hof onderschreef het oordeel van de rechtbank en concludeerde dat de indeling onder douanecode 9617 00 00 terecht was. De belanghebbende had geen overtuigende argumenten aangedragen om aan de bevindingen van de inspecteur te twijfelen.
Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde de hoger beroepen ongegrond. De kostenveroordeling werd afgewezen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er werd een termijn van zes weken gegeven voor het instellen van beroep in cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden.