ECLI:NL:GHAMS:2016:4118
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- C.G. Kleene-Eijk
- C.M. Aarts
- R.J.F. Thiessen
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst en billijke vergoeding in arbeidsconflict tussen werknemer en werkgever
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een werknemer, aangeduid als [appellante], tegen de beschikking van de kantonrechter die de arbeidsovereenkomst met haar werkgever, GCA EVENTS B.V., heeft ontbonden. De kantonrechter oordeelde dat de ontbinding gerechtvaardigd was vanwege verwijtbaar handelen van de werknemer, die andere aangeboden werkzaamheden had geweigerd. De werknemer was in hoger beroep gekomen met het verzoek om de beschikking te vernietigen en de arbeidsovereenkomst te herstellen, of in ieder geval een billijke vergoeding of transitievergoeding toe te kennen.
De mondelinge behandeling vond plaats op 6 april 2016, waarbij beide partijen hun standpunten toelichtten. Het hof oordeelde dat de kantonrechter zonder nader onderzoek niet tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst had kunnen komen. Het hof stelde vast dat GCA niet voldoende had gedaan om de werknemer haar werkzaamheden bij Cargill, haar opdrachtgever, te laten voortzetten. De verantwoordelijkheid voor het ontstaan van het conflict lag voor een groot deel bij GCA, die niet had gezorgd voor een goede samenwerking met de payrollorganisatie HBM, waardoor de loonbetaling aan de werknemer was uitgevallen.
Het hof concludeerde dat de werknemer recht had op een billijke vergoeding, omdat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg was van ernstig verwijtbaar nalaten van GCA. De werknemer had recht op een billijke vergoeding van € 7.151,04 bruto, en het hof vernietigde de eerdere beslissing van de kantonrechter die een transitievergoeding had toegekend. GCA werd veroordeeld in de kosten van het geding in beide instanties.