Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[X] HOLDING B.V.,
1.ML ACCOUNTANTS & ADVISEURS B.V. (in liquidatie),
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
in conventie- na eiswijziging -gevorderd:
in reconventieopheffing gevorderd van het ten laste van [geïntimeerde sub 2] gelegde conservatoire beslag, met beslissing over de proceskosten.
primairtot betaling van € 1.055.967,50 aan Deurwaarderskantoor, € 21.427 aan [X] Holding en € 650 aan [Y] , genoemde bedragen vermeerderd met wettelijke rente, dan wel
subsidiairtot vergoeding aan [appellanten] van schade op te maken bij staat;
Zoals u weet waren de werkzaamheden van ondergetekende voor verbetering vatbaar. Helaas zijn de privé en zakelijke omstandigheden van dien aard dat ik niet meer mijn vaktechnische verantwoordelijkheid als accountant kan dragen.”(brief ML aan [appellanten] van 2 november 2007) en
“Zoals reeds aangegeven bij de aanvang van de opdrachtaanvaarding hebben wij een andere mening over de waardering van het onderhanden werk dan uw voormalige accountant.”(brief IJburg aan [appellanten] van 20 juni 2008), zijn hiertoe onvoldoende. Voor erkenning van aansprakelijkheid dan wel afstand van recht is een ondubbelzinnige hiertoe strekkende verklaring vereist. Voormelde mededelingen houden (ook in onderlinge samenhang en verband beschouwd) een dergelijke mededeling niet in, daargelaten dat ML c.s. op goede gronden betwist dat voormelde mededeling in de brief van IJburg aan [appellanten] van 20 juni 2008 was gedaan namens ML c.s.
“Zoals u weet waren de werkzaamheden van ondergetekende voor verbetering vatbaar. Helaas zijn de privé en zakelijk omstandigheden van dien aard dat ik niet meer mijn vaktechnische verantwoordelijkheid als accountant kan dragen. Dat is niet een gevoel van vandaag maar een sluimerend proces. Het zal een lange tijd duren voor dit tij gekeerd zal zijn. Derhalve ben ik genoodzaakt, in uw en mijn belang, met onmiddellijke ingang als accountant terug te treden”) echter met zich dat van [appellanten] niet kon worden verwacht dit herstel te laten uitvoeren door ML c.s. (artikel 6:83 sub c BW; HR 6 oktober 2000; NJ 2000/691; HR 4 oktober 2002, NJ 2003/257). Als gevolg hiervan is verzuim ingetreden zonder ingebrekestelling.