In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 5 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 24 maart 2016 was gewezen. De verdachte, een leerplichtige jongere die de leeftijd van 12 jaren had bereikt, werd beschuldigd van het niet nakomen van de verplichting tot geregeld volgen van onderwijs, zoals vastgelegd in de Leerplichtwet 1969. De tenlastelegging betrof het schoolverzuim in de periode van 1 september 2015 tot en met 18 december 2015, terwijl de verdachte ingeschreven stond bij ROC TOP Kaderlyceum.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte inderdaad niet heeft voldaan aan de leerplicht en heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd. De verdachte werd schuldig bevonden aan het niet regelmatig bezoeken van de school, wat in strijd is met de Leerplichtwet. Het hof heeft de strafbaarheid van de verdachte bevestigd en de eerder opgelegde straf van de kantonrechter, bestaande uit een taakstraf van 80 uren en 40 dagen jeugddetentie, in stand gehouden, met de aanpassing dat geen bijzondere voorwaarden meer werden gesteld. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de ernst van het feit.
De beslissing van het hof is gebaseerd op de artikelen 2 en 26 van de Leerplichtwet 1969 en verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren, met de mogelijkheid van vervangende jeugddetentie indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht. Dit arrest is uitgesproken in een openbare zitting en is ondertekend door de griffier.