Uitspraak
Onderzoek van de strafzaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 09 september 2012 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet
subsidiair:
hij op of omstreeks 09 september 2012 te Amsterdam opzettelijk mishandelend [benadeelde 1]
hij op of omstreeks 09 september 2012 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, [benadeelde 1] en/of M. [benadeelde 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend
Vonnis waarvan beroep
Bewezenverklaring
ten aanzien van het onder 1 primair ten laste gelegde:op 9 september 2012 te Amsterdam, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet
ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde:op 9 september 2012 te Amsterdam, [benadeelde 1] en [benadeelde 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden.
€ 2.750,00 (tweeduizend zevenhonderdvijftig euro) bestaande uit € 350,00 (driehonderdvijftig euro) materiële schade en € 2.400,00 (tweeduizend vierhonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 2.750,00 (tweeduizend zevenhonderdvijftig euro) bestaande uit € 350,00 (driehonderdvijftig euro) materiële schade en € 2.400,00 (tweeduizend vierhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
37 (zevenendertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.