Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.V.o.f. Biggym,
Big Holding B.V.,
[X] Beheer B.V.,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om de geldigheid van een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst na de wijziging van artikel 7:653 BW per 1 januari 2015. De appellanten, V.o.f. Biggym en Big Holding B.V., zijn in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 5 februari 2016 is gewezen. De kantonrechter had geoordeeld dat het concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst van de geïntimeerde, [geïntimeerde], nietig was omdat de noodzakelijkheid van het beding niet was gemotiveerd in de arbeidsovereenkomst die op 8 maart 2015 tot stand kwam. De appellanten hebben vier grieven ingediend, waarbij zij onder andere betogen dat het hof het vonnis van de kantonrechter moet vernietigen en de vorderingen van Biggym moet toewijzen.
De feiten van de zaak zijn als volgt: [geïntimeerde] trad op 8 maart 2014 in dienst bij Biggym op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. In deze overeenkomst was een concurrentiebeding opgenomen. Na afloop van deze overeenkomst werd de arbeidsovereenkomst stilzwijgend verlengd, maar zonder dat partijen hierover in overleg zijn gegaan. [geïntimeerde] heeft de arbeidsovereenkomst opgezegd en is vervolgens in een andere sportschool gaan werken, wat Biggym als een schending van het concurrentiebeding beschouwde. De kantonrechter oordeelde dat er geen nieuwe arbeidsovereenkomst was gesloten per 8 maart 2015, en dat het concurrentiebeding te ruim was geformuleerd, waardoor het onbillijk was voor [geïntimeerde].
Het hof heeft de grieven van Biggym verworpen en bevestigd dat het concurrentiebeding nietig is, omdat de noodzakelijkheid niet was gemotiveerd. Het hof oordeelde dat de arbeidsovereenkomst op 8 maart 2015 was geëindigd en dat er een nieuwe overeenkomst tot stand was gekomen, waarop de nieuwe regels voor concurrentiebedingen van toepassing waren. De kosten van de procedure in hoger beroep zijn voor rekening van Biggym, omdat het hoger beroep tevergeefs was ingesteld.