ECLI:NL:GHAMS:2016:3888
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- J.L. Bruinsma
- J.J.I. de Jong
- N.N. Kirkels-Vrijman
- Rechtspraak.nl
Voorlopige hechtenis en ernstige bezwaren in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 september 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, geboren in Albanië, die in voorlopige hechtenis was genomen. De rechtbank Amsterdam had op 5 september 2016 een beschikking gegeven tot gevangenhouding van de verdachte. Het hof heeft kennisgenomen van de akte van de griffier van de rechtbank, waarin hoger beroep werd ingesteld. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw, gehoord.
Het hof heeft de beschikking waarvan beroep beoordeeld en is van mening dat er voldoende ernstige bezwaren zijn tegen de verdachte. Dit oordeel is gebaseerd op een langer lopend onderzoek waaruit blijkt dat een medeverdachte mogelijk betrokken is bij criminele activiteiten, waaronder drugshandel. Bij doorzoekingen zijn grote hoeveelheden drugs aangetroffen en zijn verdachte en medeverdachten in een woning aangetroffen. De verklaringen van de verdachte en een medeverdachte over hun verblijf in Nederland waren niet consistent, wat het vermoeden van vluchtgevaar versterkt.
Het hof heeft het verzoek van de verdachte tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen, omdat het vluchtgevaar niet voldoende kan worden ingeperkt door het stellen van voorwaarden. De beslissing van het hof was om het beroep tegen de beschikking van de rechtbank af te wijzen en het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis te verwerpen. Deze beschikking is gegeven in raadkamer door de voorzitter en twee raadsheren, in aanwezigheid van de griffier.