ECLI:NL:GHAMS:2016:3887
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- J.L. Bruinsma
- J.J.I. de Jong
- N.N. Kirkels-Vrijman
- Rechtspraak.nl
Voorlopige hechtenis en poging doodslag in het openbaar
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 september 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in 1998 en momenteel verblijvende in het huis van bewaring Forensisch Centrum Teylingereind te Sassenheim, had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 5 september 2016, die een bevel tot zijn gevangenhouding inhield. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en heeft zowel de advocaat-generaal als de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. C. Stroobach, gehoord.
De beoordeling van het hof richtte zich op de ernst van de bezwaren tegen de verdachte, die betrokken was bij een schermutseling waarbij hij een zwaar kettingslot richting het bovenlichaam van een buschauffeur had geslagen. Dit gedrag werd gekwalificeerd als een poging tot doodslag, wat ernstige bezwaren met zich meebracht. Het hof oordeelde dat het zonder meer in vrijheid stellen van de verdachte maatschappelijk onacceptabel zou zijn, gezien de geschokte rechtsorde. Echter, na afweging van de omstandigheden, waaronder het advies van de reclassering, concludeerde het hof dat een tijdelijke in vrijheidsstelling onder strikte voorwaarden maatschappelijk aanvaardbaar was.
Het hof heeft het mondelinge verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis toegewezen en de voorlopige hechtenis van de verdachte geschorst met ingang van 29 september 2016 om 12:00 uur, tot aan de inhoudelijke behandeling van de zaak. De beslissing van het hof werd genomen door de voorzitter mr. J.L. Bruinsma en de raadsheren mrs. J.J.I. de Jong en N.N. Kirkels-Vrijman, in aanwezigheid van griffier mr. S.A.M. Borg.