Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Vordering van het openbaar ministerie
Vrijspraak
Uit de beschikbare camerabeelden kan niet meer worden afgeleid dan dat de verdachte samen met de twee medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] gelijktijdig in de winkel is, dat zij met z’n drieën in een gangpad van de winkel staan, dat beide medeverdachten blikjes drinken wegnemen en bij zich stoppen en dat eerst de verdachte richting de uitgang van de winkel loopt waarna beide medeverdachten de winkel verlaten zonder te betalen. Op de camerabeelden is niet daadwerkelijk zichtbaar dat de verdachte zelf een product uit het schap pakt en/of een goed bij zich stopt. Evenmin is op de beelden zichtbaar dat de verdachte zicht heeft op de gedragingen van de medeverdachten op het moment dat zij goederen wegnemen.
Noch uit voornoemde camerabeelden noch uit de overige stukken in het dossier is naar het oordeel van het hof de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de andere twee personen komen vast te staan. Er is geen sprake van een gezamenlijke uitvoering en de bijdrage van verdachte is naar het oordeel van het hof van onvoldoende gewicht. Daarom zal de verdachte worden vrijgesproken.