ECLI:NL:GHAMS:2016:3708

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
15 september 2016
Publicatiedatum
15 september 2016
Zaaknummer
23-001948-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens winkeldiefstal na beoordeling camerabeelden

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 15 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 2000, werd beschuldigd van het medeplegen van winkeldiefstal van blikjes bier uit een supermarkt in Assendelft op 31 januari 2016. Tijdens de zitting op 1 september 2016 zijn de camerabeelden bekeken, waarop de verdachte samen met twee medeverdachten te zien was. De verdachte ontkende echter dat hij iets had weggenomen. Het hof concludeerde dat uit de beelden niet kon worden afgeleid dat de verdachte zelf een product had gepakt of dat hij zicht had op de handelingen van zijn medeverdachten. Er was geen bewijs voor de vereiste nauwe en bewuste samenwerking voor medeplegen van diefstal. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging. Tevens werd de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke jeugddetentie afgewezen, nu de verdachte werd vrijgesproken van het ten laste gelegde.

Uitspraak

parketnummer: 23-001948-16
datum uitspraak: 15 september 2016
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Holland van 24 mei 2016 in de strafzaak onder de parketnummers 15-048590-16 en 15-750065-15 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2000,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
1 september 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijziging is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 31 januari 2016 te Assendelft, gemeente Zaanstad, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meerdere blikjes bier, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan supermarkt Vomar Voordeelmarkt Saend, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd. Ten aanzien van de vordering tot tenuitvoerlegging heeft de advocaat-generaal tot afwijzing daarvan gerequireerd.

Vrijspraak

Het hof stelt voorop dat diefstal in vereniging kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en een ander of anderen.
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft het hof tezamen met de verdediging en de advocaat-generaal de beschikbare camerabeelden bekeken. De verdachte heeft verklaard dat hij op de camerabeelden is te zien evenals zijn medeverdachten, maar heeft ontkend dat hij enig goed heeft weggenomen uit de Vomar Supermarkt.
Uit de beschikbare camerabeelden kan niet meer worden afgeleid dan dat de verdachte samen met de twee medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] gelijktijdig in de winkel is, dat zij met z’n drieën in een gangpad van de winkel staan, dat beide medeverdachten blikjes drinken wegnemen en bij zich stoppen en dat eerst de verdachte richting de uitgang van de winkel loopt waarna beide medeverdachten de winkel verlaten zonder te betalen. Op de camerabeelden is niet daadwerkelijk zichtbaar dat de verdachte zelf een product uit het schap pakt en/of een goed bij zich stopt. Evenmin is op de beelden zichtbaar dat de verdachte zicht heeft op de gedragingen van de medeverdachten op het moment dat zij goederen wegnemen.
Noch uit voornoemde camerabeelden noch uit de overige stukken in het dossier is naar het oordeel van het hof de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de andere twee personen komen vast te staan. Er is geen sprake van een gezamenlijke uitvoering en de bijdrage van verdachte is naar het oordeel van het hof van onvoldoende gewicht. Daarom zal de verdachte worden vrijgesproken.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de Meervoudige kamer te Noord-Holland van 26 november 2015 opgelegde voorwaardelijke 11 dagen jeugddetentie. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Nu de verdachte zal worden vrijgesproken van het tenlastegelegde zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden afgewezen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Noord-Holland van 16 maart 2016, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de meervoudige kamer te Noord-Holland van 26 november 2015, parketnummer 15-750065-15, voorwaardelijk opgelegde 11 dagen jeugddetentie.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M. Kengen, mr. P.F.E. Geerlings en mr. N.R.A. Meerbeek, in tegenwoordigheid van
mr. S.M. Schouten, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
15 september 2016.
Mr. P.F.E. Geerlings is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[.]