ECLI:NL:GHAMS:2016:3699

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 september 2016
Publicatiedatum
15 september 2016
Zaaknummer
23-002667-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep voor poging tot zware mishandeling en bedreiging

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 23 augustus 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor poging tot zware mishandeling en bedreiging, maar het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld. De tenlastelegging betrof een incident op 12 november 2014, waarbij de verdachte zou hebben geprobeerd de aangeefster zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door met een bestelbus gas te geven terwijl hij tegen de snorfiets van de aangeefster stond. De verdachte werd ook verweten de aangeefster te hebben bedreigd.

Tijdens de zittingen in hoger beroep, die plaatsvonden op 10 december 2015 en 23 augustus 2016, heeft het hof de verklaringen van de verdachte en de inhoud van het proces-verbaal van de VerkeersongevalsAnalyse in overweging genomen. Dit proces-verbaal stelde dat de hypothese dat de verdachte opzettelijk gas had gegeven onwaarschijnlijk was, en dat het waarschijnlijker was dat de verdachte met zijn schoen van de koppeling was gegleden, waardoor de bestelbus tot stilstand kwam en tegen de scooter van de aangeefster botste.

Op basis van deze bevindingen heeft het hof geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was voor de opzet van de verdachte op het ten laste gelegde feit. Het hof heeft daarom het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, die bestond uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op 23 augustus 2016.

Uitspraak

parketnummer: 23-002667-15
datum uitspraak: 23 augustus 2016
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 17 juni 2015 in de strafzaak onder parketnummer
13-253644-14 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Suriname) op [geboortedag] 1972,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
10 december 2015, 23 augustus 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 12 november 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen met dat opzet in een (bestel)bus (abrupt) gas heeft geven, terwijl hij met de voorkant van voornoemde (bestel)bus tegen de/het (voorwiel van de) snorfiets van voornoemde [slachtoffer] stond, waardoor de voornoemde snorfiets werd geraakt en/of de voornoemde snorfiets en/of voornoemde [slachtoffer] ten val zijn gekomen (tengevolge waarbij de voornoemde snorfiets schade heeft opgelopen en/of voornoemde [slachtoffer] letsel aan haar knie, althans aan haar lichaam heeft opgelopen),terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair:
hij op of omstreeks 12 november 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend in een (bestel)bus (abrupt) gas gegeven, terwijl hij met de voorkant van voornoemde (bestel)bus tegen de/het (voorwiel van de) snorfiets van voornoemde [slachtoffer] stond, waardoor de voornoemde snorfiets werd geraakt en/of de voornoemde snorfiets en/of voornoemde [slachtoffer] ten val zijn gekomen (tengevolge waarbij de voornoemde snorfiets schade heeft opgelopen en/of voornoemde [slachtoffer] letsel aan haar knie, althans aan haar lichaam heeft opgelopen).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden vrijgesproken.

Vrijspraak

Gelet op de situatie ter plaatse, de verklaring van de verdachte en de inhoud van het proces-verbaal VerkeersongevalsAnalyse van 26 januari 2016 – waarin kort gezegd is vermeld dat de hypothese dat de verdachte gas heeft gegeven onwaarschijnlijk is, en de hypothese dat de verdachte met zijn schoen van de koppeling is gegleden, waardoor zijn bestelbus met een schok tot stilstand kwam en tegen de scooter van aangeefster botste, zeer waarschijnlijk – heeft het hof niet de overtuiging bekomen dat de verdachte opzet had op het ten laste gelegde feit. Naar het oordeel van het hof is derhalve niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte primair en subsidiair is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.M.J. Quaedvlieg, mr. C.N. Dalebout en mr. M.J.A. Duker, in tegenwoordigheid van
A.F. Verbunt, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
23 augustus 2016.
[........]
.