ECLI:NL:GHAMS:2016:3684
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor rijden zonder geldig rijbewijs na inconsistenties in verklaringen
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 12 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van het rijden zonder geldig rijbewijs op 31 juli 2014 te Warmenhuizen. De tenlastelegging stelde dat de verdachte wist of redelijkerwijs moest weten dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Tijdens de zitting in hoger beroep op 29 augustus 2016 werd het verweer gevoerd dat de verdachte niet de bestuurder was, maar slechts als bijrijder in de auto zat. De raadsman wees op inconsistenties tussen het proces-verbaal van de verbalisant en diens verklaring tijdens de zitting, evenals de verklaring van een getuige die onder ede verklaarde dat hij de bestuurder was.
Het hof heeft de verklaringen van de verbalisant en de getuige zorgvuldig gewogen. De verbalisant had anderhalf jaar na het incident verklaard dat hij de verdachte niet had staande gehouden, maar dat hij de verdachte als bestuurder had waargenomen. Het hof concludeerde dat door het tijdsverloop het geheugen van de verbalisant mogelijk was beïnvloed, wat leidde tot twijfels over de betrouwbaarheid van zijn verklaring. Gezien de inconsistenties en de getuigenverklaring, kwam het hof tot de conclusie dat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan.
Daarom heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De beslissing werd genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij de rechters G. Oldekamp, A.M.P. Geelhoed en T. de Bont aanwezig waren. De uitspraak benadrukt het belang van consistente en betrouwbare getuigenverklaringen in strafzaken.