ECLI:NL:GHAMS:2016:3673

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 september 2016
Publicatiedatum
12 september 2016
Zaaknummer
23-000070-14
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak wegens ontbreken van opzet bij beschadiging van een bouwhek

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 8 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen van een gezeild bouwhek, dat toebehoorde aan Stichting [naam]. De tenlastelegging betrof een incident dat plaatsvond op 15 juni 2013 te Haarlem. Tijdens de zitting in hoger beroep op 25 augustus 2016 heeft de verdachte, bijgestaan door haar raadsvrouw, betoogd dat er geen opzet was op de beschadiging van het bouwhek. De advocaat-generaal steunde deze zienswijze en vorderde vrijspraak.

Het hof heeft de zaak zorgvuldig onderzocht en geconcludeerd dat de verdachte tijdens een muziekconcert, onder invloed van de situatie, onbedoeld op een zeildoek heeft gespoten dat niet bedoeld was voor beschadiging. Het hof heeft vastgesteld dat er geen opzet was bij de verdachte om het bouwhek te beschadigen. Gezien deze overwegingen heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij de rechters Boumans, Veldhuisen en Aardema aanwezig waren.

Uitspraak

parketnummer: 23-000070-14
datum uitspraak: 8 september 2016
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 23 december 2013 in de strafzaak onder parketnummer 15-176137-13 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1965,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 25 augustus 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 15 juni 2013 te Haarlem, in elk geval in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een gezeild bouwhek, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Stichting [naam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof ten aanzien van het bewijs tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden vrijgesproken.

Vrijspraak

Door en namens de verdachte is ter terechtzitting in hoger beroep gemotiveerd uiteengezet dat en op welke gronden het ten laste gelegde opzet niet voor bewezenverklaring in aanmerking komt. De advocaat-generaal heeft zich bij deze zienswijze aangesloten. Volgens de mening van zowel de verdediging als de advocaat-generaal dient daarom vrijspraak te volgen.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
De verdachte heeft van meet af aan erkend dat zij bij gelegenheid van een muziekconcert en daartoe uitgenodigd en aangespoord door de uitvoerende artiest op een zeildoek met verf daarop tekens heeft gespoten. In de hitte van het moment is het haar ontgaan dat zij (ook) heeft gespoten op een zeildoek dat daarvoor niet was bestemd, te weten het in de tenlastelegging bedoelde gezeilde bouwhek. Het hof volgt de verdachte in het door en namens haar gevoerde verweer en neemt – met de advocaat-generaal aan – dat bij haar geen opzet op beschadiging heeft voorgezeten. Daarom zal het hof haar vrijspreken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.D.R.M. Boumans, mr. R. Veldhuisen en mr. F.M.D. Aardema, in tegenwoordigheid van G.J. van Klompenburg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 8 september 2016.
Mr. A.D.R.M. Boumans en mr. R. Veldhuisen zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.