ECLI:NL:GHAMS:2016:3651
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van leaseovereenkomsten door echtgenote op grond van artikel 1:88 en 1:89 BW
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vernietiging van leaseovereenkomsten door de echtgenote van de appellant, op basis van de artikelen 1:88 en 1:89 van het Burgerlijk Wetboek. De appellant, vertegenwoordigd door mr. J.B. Maliepaard, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam, waarin de kantonrechter had geoordeeld dat de echtgenote, [X], de leaseovereenkomsten rechtsgeldig had vernietigd. De kantonrechter had vastgesteld dat de echtgenote eerder dan drie jaren voor de vernietigingsbrief op de hoogte was van de leaseovereenkomsten, wat door de appellant niet kon worden ontzenuwd. Het hof bevestigde het oordeel van de kantonrechter dat de rechtsvordering tot vernietiging was verjaard, omdat de echtgenote op basis van de bewijsvermoeden niet had aangetoond dat zij niet op de hoogte was van de leaseovereenkomsten. Het hof oordeelde dat de appellant niet had aangetoond dat de getuigenverklaringen voldoende waren om het bewijsvermoeden te ontzenuwen. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en verwees de appellant in de kosten van het geding in hoger beroep.