ECLI:NL:GHAMS:2016:3625
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.D.R.M. Boumans
- E. de Greeve
- P.A.M. Hoek
- Rechtspraak.nl
Oplegging van sanctie in hoger beroep voor het voorhanden hebben van een verboden wapen
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 11 augustus 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van het voorhanden hebben van een wapen van categorie I onder 7°, specifiek een (spel)computer joystick in de vorm van een pistool, op 8 mei 2013 te Amsterdam. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat er slechts aantekening was gedaan op de voet van artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen heeft, maar heeft geoordeeld dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De raadsvrouw van de verdachte heeft betoogd dat de verdachte dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging wegens afwezigheid van alle schuld, omdat hij zich niet bewust was van het feit dat hij een verboden wapen in zijn bezit had. Het hof heeft dit verweer verworpen, omdat er geen verontschuldigbare rechtsdwaling aan de zijde van de verdachte is aangetoond. De verdachte heeft verklaard dat het wapen eruitziet als een echt pistool, en de verdediging heeft geen bewijs geleverd dat de verdachte in een verontschuldigbare onbewustheid heeft gehandeld.
De politierechter had de verdachte in eerste aanleg veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van 250 euro, met een proeftijd van één jaar. De advocaat-generaal heeft in hoger beroep dezelfde straf gevorderd, maar het hof heeft geoordeeld dat oplegging van een sanctie niet langer opportuun is, gezien de omstandigheden waaronder het feit is begaan en het feit dat het bewezenverklaarde al meer dan drie jaar geleden heeft plaatsgevonden. Het hof heeft de verdachte schuldig verklaard, maar geen straf of maatregel opgelegd op grond van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht.