ECLI:NL:GHAMS:2016:3616

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
7 september 2016
Publicatiedatum
8 september 2016
Zaaknummer
13/741164-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de gevangenhouding van een verdachte in hoger beroep met betrekking tot onvoldoende ernstige bezwaren

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 15 augustus 2016, die een bevel tot gevangenhouding van de verdachte inhield. De verdachte, geboren in 1992 en thans verblijvende in het huis van bewaring Almere Binnen, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en heeft zowel de advocaat-generaal als de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman, gehoord.

Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende ernstige bezwaren zijn voor het tweede feit dat in de vordering tot inbewaringstelling is vermeld. De verdachte heeft een niet onaannemelijke verklaring afgelegd en er is een getuige die nog gehoord moet worden, wat tot nu toe niet is gebeurd. Gezien het tijdsverloop en het ontbreken van ernstige bezwaren voor feit 2, heeft het hof besloten om de gevangenhouding te beperken.

Voor het eerste feit in de vordering tot inbewaringstelling zijn er echter wel voldoende ernstige bezwaren aanwezig. Het hof heeft daarom besloten de duur van de gevangenhouding te beperken tot 60 dagen, in afwachting van de uitkomst van het forensisch onderzoek. De beschikking van de rechtbank is vernietigd en de gevangenhouding is bevolen voor de duur van 60 dagen voor het eerste feit.

Uitspraak

13/741164-16
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1992,
wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring Almere Binnen te Almere,
tegen de beschikking van de rechtbank te Amsterdam van 15 augustus 2016, voor zover houdende bevel tot zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank te Amsterdam van 16 augustus 2016, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. [naam].

De beoordeling

Het hof is van oordeel dat het dossier onvoldoende ernstige bezwaren bevat voor het onder 2 op de vordering inbewaringstelling vermelde feit. De verdachte heeft in verband hiermee een niet op voorhand onaannemelijke verklaring afgelegd. In verband daarmee heeft de rechter-commissaris reeds gezegd dat [getuige] nog gehoord zou moeten worden. Dit is tot op heden om onduidelijke redenen kennelijk nog niet gebeurd. In dit licht bezien en gelet op het tijdsverloop ontbreken thans de ernstige bezwaren voor feit 2.
Het hof acht voor het onder 1 op de vordering inbewaringstelling vermelde feit nog wel voldoende ernstige bezwaren aanwezig. Het hof ziet wel aanleiding de duur van de gevangenhouding te beperken tot een termijn van 60 dagen, in afwachting van de uitkomst van het forensisch onderzoek.

13/741164-16

De beslissing

Het hof:
VERNIETIGT de beschikking waarvan beroep.
BEVEELT DE GEVANGENHOUDING van de verdachte voor de duur van 60 DAGEN, ten aanzien van het onder 1 op de vordering inbewaringstelling vermelde feit.
Deze beschikking is gegeven op 7 september 2016 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. H.M.J. Quaedvlieg en J.H. Wesselink, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.A.M. Borg als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 7 september 2016,
de advocaat-generaal