ECLI:NL:GHAMS:2016:3591
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bezit van MDMA-tabletten met betrekking tot verdachte
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 18 augustus 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1986 en thans gedetineerd in P.I. Lelystad, was beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van ongeveer 20 tabletten MDMA op 20 juli 2014 te Amsterdam. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat het tot een andere bewezenverklaring kwam. Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten had begaan, maar sprak de verdachte vrij van andere tenlasteleggingen.
De strafbaarheid van het bewezen verklaarde werd bevestigd, maar het hof oordeelde dat er geen straf of maatregel opgelegd diende te worden. Dit oordeel was gebaseerd op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het was begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Het hof hield rekening met het feit dat de verdachte eerder was veroordeeld, maar dat het aantal XTC-pillen relatief gering was. De advocaat-generaal had een voorwaardelijke gevangenisstraf van 30 dagen geëist, maar het hof besloot tot geen straf of maatregel, in overeenstemming met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.