ECLI:NL:GHAMS:2016:359

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
2 februari 2016
Publicatiedatum
4 februari 2016
Zaaknummer
200.183.207/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanwijzing van een bestuurder in een vennootschap na onderzoek naar beleid en gang van zaken

In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 2 februari 2016, wordt een verzoek behandeld van de besloten vennootschap H.P.L. METALS B.V. (verzoekster) tegen de besloten vennootschap DELCO PARTICIPATION B.V. (verweerster) en SVO COMPANY B.V. (belanghebbende). De Ondernemingskamer had eerder op 1 februari 2016 een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Delco over de periode vanaf 1 januari 2015. Dit onderzoek was noodzakelijk om de situatie binnen de vennootschap te verhelderen en om te bepalen of er aanleiding was om een nieuwe bestuurder aan te wijzen.

In de beschikking van 2 februari 2016 heeft de Ondernemingskamer de beslissing genomen om mr. E. Hammerstein aan te wijzen als bestuurder van Delco, zoals eerder besproken in de beschikking van 1 februari 2016. Deze aanwijzing is gedaan in het kader van de onmiddellijke voorziening en geldt voor de duur van het geding. De Ondernemingskamer heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk effect heeft, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen deze beschikking kunnen worden aangewend.

De beschikking is gegeven door een collegiaal orgaan bestaande uit de voorzitter en drie raadsheren, met de griffier aanwezig. De uitspraak vond plaats tijdens een openbare terechtzitting, wat de transparantie van de procedure waarborgt. Deze zaak illustreert de rol van de Ondernemingskamer in het toezicht op vennootschappen en de bescherming van aandeelhoudersbelangen.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer : 200.183.207/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 2 februari 2016
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
H.P.L. METALS B.V.,
gevestigd te Nijmegen,
VERZOEKSTER,
advocaten:
mr. P.D. Oldenen
mr. R.J. van Galen, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DELCO PARTICIPATION B.V.,
gevestigd te Oisterwijk,
VERWEERSTER,
niet verschenen,
e n t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SVO COMPANY B.V.,
gevestigd te Oisterwijk,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. W.H.A.M. van den Muijsenberghen
mr. J. van der Kraan, beiden kantoorhoudende te Rotterdam.
1.
Het verloop van het geding
1.1 Verzoekster, verweerster en belanghebbende worden hierna respectievelijk aangeduid met HPL, Delco en SVO.
1.2 Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikking van 1 februari 2016 in deze zaak.
1.3 Bij die beschikking heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Delco over de periode vanaf 1 januari 2015, een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten, alsmede – bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding – een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd als bestuurder van Delco.

2.De gronden van de beslissing

De Ondernemingskamer zal thans de hierna te vermelden personen aanwijzen als bestuurder, een en ander zoals bedoeld in de beschikking van 1 februari 2016.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
wijst aan als bestuurder zoals bedoeld in de beschikking van 1 februari 2016 in deze zaak: mr. E. Hammerstein te Amsterdam;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. J. den Boer, en mr. M.M.M. Tillema, raadsheren, en prof. dr. R.A.H. van der Meer RA en drs. J.B.M. Streppel, raden, in tegenwoordigheid van mr. H.H.J. Zevenhuijzen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 2 februari 2016.