ECLI:NL:GHAMS:2016:3570
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot herroeping van eerder arrest wegens gebrek aan bedrog
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 30 augustus 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vordering tot herroeping van een eerder arrest. De appellanten, bestaande uit [appellant] en EVEREG B.V., hebben de gedaagden, waaronder V.O.F. [X], aangesproken op basis van een vermeend bedrog dat zou zijn gepleegd in een eerdere procedure. De kern van de zaak draait om de vraag of er sprake was van bedrog in de verificatievergadering van 14 mei 2004, waar de curator de vordering van V.O.F. [X] erkende. De appellanten stelden dat niet alle schuldeisers waren opgeroepen, wat zou leiden tot een ongeldig proces-verbaal. Het hof overweegt dat de vordering tot herroeping moet berusten op bedrog gepleegd door de wederpartij in het geding. Het hof concludeert dat de verwijten van de appellanten inhoudelijk geen doel treffen en dat er geen bewijs is dat de gedaagden bedrog hebben gepleegd. De vordering tot herroeping wordt afgewezen, en de appellanten worden in de kosten van het geding verwezen. Het arrest is uitvoerbaar bij voorraad.