Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ABN AMRO BANK N.V.,
1.Het verdere verloop van het geding
2.Feiten
”
”
“(…) I was able to pin point where the money was. Main office of Fortis. It is confirmed. (…)”
“US$ 1,000,000,000 only has been confirmed to Opus’s account as advance payment. thank you. please note that I do my utmost secure your shipment on 10 FEB 2010. (…)”
”
“Please confirm the receipt of payment in escrow account and advise the shipment date. (…)”
“Money arrives in account today, thank you for that. (…)”
“I (…) confirm that Opus has received the total amount on Monday 22nd March. (…)”
3.Beoordeling
“the attached document”heeft getekend. Namens de bank is tijdens haar pleidooi in hoger beroep verklaard dat het niet anders kan dan dat het door [B] genoemde document het hiervoor genoemde document van 15 januari 2010 is. Nu beide partijen het hierover eens zijn, neemt het hof als vaststaand aan dat [B] aan haar e-mail aan Ghadir van 19 januari 2010 het document van 15 januari 2010 heeft bevestigd. Daarna heeft Ghadir € 702.400,- gestort op het door [B] opgegeven rekeningnummer van Opus bij de bank (2.7 tot en met 2.9).
“the shipment is made (…) and proper documentation is presented to Fortis”de bank prompt Opus zal betalen. Vervolgens ondertekent [B] namens de bank het gedeelte van dit document waarin is opgenomen dat de bank als escrow-agent zal optreden. Op 14 maart 2010 heeft Ghadir € 1.007.700,- gestort op het rekeningnummer van Opus bij de bank (2.12 tot en met 2.15).
“customer”in die zin kan, gezien de aanduiding van Skaras in diezelfde zin als
“conduit”, enkel op Ghadir als koper van de EDC slaan. Voorts geeft [B] met de verklaring van 19 januari 2010 gericht aan Ghadir (2.6) het juiste bankrekeningnummer door waarop de vooruitbetaling, zoals vastgelegd in het bijgevoegde document van 15 januari 2010, door Ghadir kan worden gedaan. Op dit rekeningnummer betaalt Ghadir vervolgens ook en dus niet op het door Skaras bij e-mail van 17 januari 2010 aan Ghadir doorgegeven onjuiste rekeningnummer. Hieruit vloeit voort dat Ghadir het door de bank getekende document van 15 januari 2010 en de verklaring van [B] van 19 januari 2010 moet hebben ontvangen, mede in aanmerking genomen dat de bank geen feiten of omstandigheden heeft gesteld waaruit zou kunnen blijken dat de wetenschap van Ghadir van het juiste rekeningnummer uit een andere bron afkomstig is.
“its agreed-to sales/supply obligation with Skaras”leidt niet tot een ander oordeel, reeds omdat dat een kennelijke schrijffout is, zoals ook Ghadir stelt. In de documenten van 11 januari 2010 en 12 maart 2010 is in deze zinsnede namelijk Ghadir vermeld. Dat de vermelding van Ghadir in deze zinsnede juist is, volgt ook uit de daaropvolgende zin in deze drie documenten, waarin Skaras als
“conduit for transactions with the customer”wordt betiteld.
“in escrow”te bevestigen.
Template escrow agreementFortis Bank (Nederland) N.V. die in het verleden door Fortis Bank (Nederland) N.V. werd gebruikt”, maar dat betekent niet dat er geen volwaardige escrow-overeenkomst tot stand kan komen zonder deze aanvullende afspraken. Ook is niet gesteld dat, ervan uitgaande dat de bank “twee heren dient”, strijd tussen de belangen van Opus als lastgever van de bank en Ghadir als lastgever van de bank niet is uitgesloten (artikel 7:417 lid 1 BW).
“Pas achteraf hebben mevr. [B] en ikzelf gerealiseerd dat het geld op de rekening had moeten blijven tot levering.”Wat er van deze verklaring ook zij, dit besef achteraf bij [A] en/of [B] kan geen afbreuk doen aan de escrow-overeenkomst die reeds tussen partijen tot stand was gekomen. Verder valt, zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet in te zien dat de nadere overeenkomst tussen Opus en Ghadir (2.17) op enigerlei wijze afbreuk doet aan de escrow-overeenkomst met de bank en/of de verplichtingen van de bank die uit die escrow-overeenkomst voortvloeien, zulks reeds omdat de bank geen partij was bij deze nadere overeenkomst.
“into escrow”door de bank is ontvangen, dat het vooruitbetaalde bedrag zal worden terugbetaald aan Ghadir bij onder meer faillissement van Opus en dat de bank bereid is als escrow-agent op te treden. Het document van 12 maart 2010 bevat dezelfde bepalingen. Voorts is daaraan toegevoegd dat de bank het door Ghadir vooruitbetaalde bedrag aan Opus zal uitbetalen
“(w)hen shipment is made to customer and proper documentation is presented to FORTIS”. Hiermee is expliciet geregeld onder welke voorwaarden de bank tot uitbetaling aan Opus zal overgaan bij levering door Opus aan Ghadir. Dit is niet geregeld in het document van 15 januari 2010, waardoor in zoverre sprake is van een leemte, die met behulp van artikel 6:248 lid 1 BW had kunnen worden aangevuld, indien Opus had geleverd aan Ghadir. In beide documenten is voorts met het oog op de situatie die zich hier voordoet, te weten de situatie waarin Opus nog niet heeft geleverd en failliet is verklaard, vastgelegd dat het vooruitbetaalde bedrag zal worden terugbetaald. Nu blijkens de tekst de bank dat bedrag “into escrow”, oftewel in depot, heeft ontvangen, brengt een redelijke uitleg van de overeenkomst met zich dat de bank dat bedrag in depot diende te houden totdat Opus aan Ghadir had geleverd en het bedrag aan Ghadir terugbetaalde in geval levering niet langer mogelijk was, (onder meer) als gevolg van het faillissement van Opus. Feiten of omstandigheden die tot een andere uitleg aanleiding zouden kunnen geven, zijn niet gesteld of gebleken.