2.1.Ten aanzien van de gang van zaken tijdens de getuigenverhoren en de door partijen overgelegde stukken wordt het volgende overwogen.
( i) Bij H16-formulier van 13 mei 2014 hebben [appellanten] opgave gedaan van de getuigen die zij op 2 en 8 juli 2014 wensten te horen. Het betrof onder andere ir. [Q] van Dekra Certification B.V., die uitsluitend als deskundige een verklaring zou kunnen afleggen en daarnaast zijn twee personen opgeroepen om mede als deskundige een verklaring af te leggen. Bij H16-formulier van 16 juni 2014 hebben [appellanten] vervolgens een rapport van [Q] van 2 juni 2014 overgelegd dat nog niet tot de processtukken behoorde. Planet c.s. hebben naar aanleiding daarvan het hof verzocht te beslissen over – samengevat weergegeven – de gang van zaken tijdens het getuigenverhoor. Van de zijde van [appellanten] is op dat verzoek gereageerd.
(ii) De raadsheer-commissaris heeft vervolgens bij brief van 26 juni 2014 het volgende bepaald:
“De getuigen zullen worden gehoord met betrekking tot de hen uit eigen waarneming bekende feiten. Voor het horen van getuigen-deskundigen en/of derden over de indruk die zij op grond van het feitenmateriaal hebben gekregen, is geen plaats. Voor beschouwingen over de feiten en analyses van het feitenmateriaal is weer gelegenheid bij de memories na enquête. In de huidige stand van de procedure bestaat geen gelegenheid voor het overleggen van nieuwe of aanvullende rapportages. Het rapport van [Q] zal daarom worden geretourneerd. Het hof heeft van de inhoud daarvan geen kennis genomen.”
(iii) Het hof constateert dat [appellanten] bij het vragen van arrest het genoemde H16-formulier van 16 juni 2014 met het rapport van [Q] als onderdeel van het procesdossier hebben overgelegd. Dat is ten onrechte gedaan. Het rapport van [Q] was immers op 26 juni 2014 geweigerd. Het rapport van [Q] behoort wel tot de processtukken zoals dat is overgelegd als productie R bij de memorie na enquête.
(iv) Planet c.s. hebben bij H16 formulier van 21 augustus 2014 een rapport van [P] , overgelegd, voorzien van een beëdigde vertaling. [appellanten] hebben bij H16-formulier daartegen bezwaar gemaakt, waarna het hof dit rapport heeft geweigerd. [appellanten] hebben dit rapport als onderdeel van het procesdossier overgelegd, maar het behoort dus niet tot de processtukken.
( v) In enquête zijn als getuigen gehoord:
- [J] , bedrijfsleider bij [appellanten] ;
- [Q] , projectleider bij Dekra Certification;
- [M] , brandonderzoeker bij [M] Brandonderzoek;
- [L] , expert bij CED / EMN;
- [N] , chef werkplaats bij [appellanten] ;
- [R] , directeur van Trans-com;
- [P] , vennoot van Katalyst.
In contra-enquête is als getuige gehoord:
- [E] , expert bij BTB.