ECLI:NL:GHAMS:2016:3409

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 augustus 2016
Publicatiedatum
24 augustus 2016
Zaaknummer
23-005156-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens afwezigheid en gebrek aan grieven

Op 9 augustus 2016 heeft het Gerechtshof Amsterdam een arrest gewezen in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 11 december 2015 was uitgesproken. De zaak betreft de verdachte, geboren in de Sovjet-Unie in 1972, die niet aanwezig was op de zitting in hoger beroep en geen schriftelijke of mondelinge grieven heeft ingediend. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat een onderzoek van de zaak rechtvaardigt. Gezien het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.

Uitspraak

Parketnummer: 23-005156-15
Datum uitspraak: 9 augustus 2016
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 11 december 2015 in de strafzaak onder de parketnummers 13/703445-15 en 13/702853-15 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Sovjet-Unie) op [geboortedag] 1972,
adres: [adres].

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 9 augustus 2016.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Nu de verdachte niet ter terechtzitting in hoger beroep is verschenen, geen schriftuur houdende grieven heeft ingediend, noch mondeling zijn bezwaren tegen het vonnis heeft opgegeven en ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak zelf, zal de verdachte gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.D.R.M. Boumans, mr. F.M.D. Aardema en mr. G.M. Boekhoudt, in tegenwoordigheid van mr. C.J.J. Kwint, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
9 augustus 2016.