ECLI:NL:GHAMS:2016:3396

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 augustus 2016
Publicatiedatum
23 augustus 2016
Zaaknummer
23-001765-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor openlijke geweldpleging in vereniging na onvoldoende bewijs

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 augustus 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van openlijke geweldpleging in vereniging op 31 maart 2014 te Halfweg. De tenlastelegging omvatte geweld tegen meerdere slachtoffers, waarbij de verdachte samen met anderen zou hebben geslagen en geschopt. Tijdens de zitting in hoger beroep op 5 augustus 2016 heeft het hof de verklaringen van de aangevers en getuigen beoordeeld. Het hof concludeert dat de verklaringen van de aangevers niet consistent zijn en dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte te veroordelen. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte wordt ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat hij handelde ter verdediging van zijn lijf tegen een wederrechtelijke aanranding. Het hof heeft vastgesteld dat de verklaringen van onafhankelijke getuigen en de inconsistenties in de verklaringen van de aangevers en verdachten niet voldoende bewijs opleveren voor de tenlastelegging. Daarom heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen.

Uitspraak

Parketnummer: 23-001765-15
Datum uitspraak: 19 augustus 2016
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 13 april 2015 in de strafzaak onder parketnummer 15-810142-14 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1990,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 5 augustus 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 31 maart 2014 te Halfweg, gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude, in elk geval in Nederland met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, De Rijksweg N200 en/of de Osdorperweg, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], welk geweld bestond uit het slaan en/of schoppen tegen het lichaam en/of het hoofd en/of in het gezicht van voornoemde A. Rhamouni en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3].
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat de verdachte heeft gehandeld ter verdediging van zijn of eens anders lijf tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding.

Vrijspraak

Het hof stelt vast dat de verklaringen van de aangevers onvoldoende inzicht geven in wat op 31 maart 2014 is gebeurd. De verklaringen stemmen op belangrijke punten niet overeen. Het is daarom niet mogelijk om op betrouwbare wijze aan de hand van deze verklaringen vast te stellen wat er tussen aangevers en de verdachten is voorgevallen. Het heeft er overigens alle schijn van dat geen van de betrokkenen voor wat betreft het verloop van de avond van 31 maart 2014 het achterste van zijn tong heeft laten zien. Het hof baseert zich voor wat betreft de beoordeling van de onderhavige zaak daarom in belangrijke mate op de verklaringen van onafhankelijke getuigen en op die onderdelen van de verklaringen van aangevers en de verdachten waarover geen van allen van mening lijken te verschillen.
Met het vorenstaande als uitgangspunt, stelt het hof vast dat de aangevers in een Volkswagen Polo de verdachten, rijdende in een Volkswagen Golf, hebben klemgereden op de N200 ter hoogte van de kruising met de Osdorperweg, in Halfweg. Vervolgens is het tot een gewelddadig treffen gekomen tussen een of meer van de aanwezige personen. Het procesdossier bevat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat bij dat treffen de verdachte geweld heeft gebruikt of daaraan als medepleger een bijdrage heeft geleverd. Daardoor kan niet worden bewezen verklaard hetgeen de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.M. van der Nat, mr. J.D.L. Nuis en mr. A.P.M. van Rijn, in tegenwoordigheid van mr. M. Helmers, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 19 augustus 2016.
Mr. J.D.L. Nuis is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[....]