ECLI:NL:GHAMS:2016:3389
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J.D.L. Nuis
- P. Greve
- G.M. Boekhoudt
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in hoger beroep en ontnemingsvordering
Op 22 juli 2016 heeft het gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 10 september 2015. In deze zaak was de verdachte, geboren op de Nederlandse Antillen in 1989, eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken voor mishandeling, maar vrijgesproken van witwassen. De rechtbank had ook een ontnemingsvordering van het Openbaar Ministerie afgewezen, omdat de verdachte was vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. Het Openbaar Ministerie ging in hoger beroep tegen deze beslissing.
Het hof heeft in zijn arrest geoordeeld dat de officier van justitie niet-ontvankelijk is in het hoger beroep in de strafzaken die aan de ontnemingsvordering ten grondslag liggen. Dit betekent dat de vrijspraak in eerste aanleg de maatstaf is voor het oordeel van het hof over de ontnemingsvordering. Het hof heeft vastgesteld dat het ontbreken van een veroordeling wegens een strafbaar feit in de weg staat aan de ontvankelijkheid van de ontnemingsvordering.
Daarom heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. Deze beslissing is genomen na onderzoek ter terechtzitting en is uitgesproken op de openbare zitting van het hof op 22 juli 2016.