Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
[geïntimeerde],
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, ging het om een hoger beroep van een appellant tegen de Stichting Oogzorg Amstelveen. De zaak betreft de vraag of de oogchirurg heeft gehandeld in strijd met de professionele standaard tijdens de behandeling van de appellant op 9 maart 2004. Het hof heeft eerder tussenarresten uitgesproken en een deskundige, prof. dr. P.J. [deskundige], heeft op 1 december 2015 een aanvullend deskundigenbericht uitgebracht. Dit rapport was van belang voor de beoordeling van de professionele standaard die gold ten tijde van de behandeling van de appellant.
Het hof concludeert dat het rapport van de deskundige onvoldoende aanknopingspunten biedt om te oordelen dat de Stichting Oogzorg Amstelveen heeft gehandeld in strijd met de professionele standaard. De deskundige baseerde zijn rapport op veldnormen die pas in 2007 op schrift zijn gesteld, terwijl de behandeling van de appellant in 2004 plaatsvond. Het hof oordeelt dat er geen bewijs is dat de professionele standaard in 2004 al bestond zoals de deskundige stelt. De eerdere grieven van de appellant worden verworpen en het hof bekrachtigt het vonnis van de eerste rechter. De appellant wordt veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep, inclusief de kosten van het deskundigenbericht.