Uitspraak
Parketnummer: 23-004175-15
Datum uitspraak: 20 juli 2016
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 5 oktober 2015 in de strafzaak onder parketnummer 15-710323-14 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1978,
adres: [adres].
Onderzoek ter terechtzitting
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 20 juli 2016.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Nu door of namens de verdachte niet (tijdig) een schriftuur houdende grieven is ingediend, mondeling geen bezwaren tegen het vonnis zijn opgegeven en ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak, zal de verdachte gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.
Het hof merkt nog op dat zich in het dossier weliswaar een ongedateerde, op 12 januari 2016 bij het Regioparket Noord-Holland ingekomen brief van de verdachte van bevindt, gericht aan de rechters die de onderhavige zaak in eerste aanleg hebben behandeld, maar dat dit stuk, voor zover het al als een appelschriftuur aangemerkt zou kunnen worden, buiten de wettelijke termijn van artikel 410, eerste lid, Sv is ingediend, omdat het hoger beroep al op 15 oktober 2015 is ingesteld.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.J.I. de Jong, mr. G. Oldekamp en mr. F.W. van Lottum, in tegenwoordigheid van mr. C.J.J. Kwint, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 20 juli 2016.
mr. F.W. van Lottum en mr. C.J.J. Kwint zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.