In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een verzoek tot vaststelling van de vergoeding van de onderzoeker in een ondernemingsrechtelijke procedure. De verzoekster, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid aangeduid als [A], heeft een verzoek ingediend tegen de besloten vennootschap Best Green B.V. en een belanghebbende, eveneens een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid aangeduid als [B]. De advocaat van verzoekster is mr. M.P.M. Fruytier, terwijl mr. C.J. van Dijk de belangen van zowel Best Green als [B] behartigt.
De Ondernemingskamer heeft eerder, in augustus 2014, een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Best Green. Mr. W.G. van Hassel werd benoemd als onderzoeker en er werd een maximum bedrag van € 25.000 (exclusief btw) vastgesteld voor de kosten van het onderzoek. Tijdens de procedure zijn [A] en [B] geschorst als bestuurders van Best Green en is ir. A. van de Walle benoemd tot bestuurder.
In oktober 2015 heeft de onderzoeker gerapporteerd dat de totale kosten van het onderzoek € 20.332 (exclusief btw) bedragen. De Ondernemingskamer heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over deze kosten, maar er is geen bezwaar ontvangen. Gezien het ontbreken van bezwaar en de redelijkheid van het opgegeven bedrag, heeft de Ondernemingskamer besloten de vergoeding van de onderzoeker vast te stellen op € 20.332 (exclusief btw). De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is gegeven op 3 februari 2016.