ECLI:NL:GHAMS:2016:3108

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
15 juli 2016
Publicatiedatum
29 juli 2016
Zaaknummer
23-000680-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in strafvervolging na overlijden verdachte

Op 15 juli 2016 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 5 februari 2016 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die op 2 mei 2016 is overleden, wat het hof noopte tot een heroverweging van de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de strafvervolging. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman.

Het hof heeft vastgesteld dat het recht tot strafvordering tegen de verdachte is vervallen, zoals bepaald in artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht. Dit leidde tot de conclusie dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn recht om de verdachte te vervolgen. Het vonnis waarvan beroep is vernietigd, en het hof heeft opnieuw recht gedaan door het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren.

De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. De griffier, mr. A.F. van der Heide, was ook aanwezig bij de uitspraak. Het arrest is openbaar uitgesproken op de zitting van 15 juli 2016, waarbij mr. T. de Bont niet in staat was om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

parketnummer: 23-000680-16
datum uitspraak: 15 juli 2016
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 5 februari 2016 in de strafzaak onder de parketnummers 15-229216-15 en 18-820188-14 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1961,
adres: [adres].

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 15 juli 2016.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsman naar voren heeft gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter in de rechtbank Noord-Holland.

Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in zijn vervolging

Het Openbaar Ministerie heeft het hof een afschrift uit de basisregistratie personen van de gemeente Amsterdam van 31 mei 2016 toegezonden, waaruit blijkt dat de verdachte op 2 mei 2016 te Amsterdam is overleden.
Ingevolge het bepaalde in artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht is derhalve het recht tot strafvordering tegen deze verdachte vervallen en dient het Openbaar Ministerie - overeenkomstig zijn vordering - niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn recht de verdachte te vervolgen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart het openbaar ministerie ter zake van het ten laste gelegde niet-ontvankelijk in zijn strafvervolging.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.D.R.M. Boumans, mr. A.P.M. van Rijn en mr. T. de Bont, in tegenwoordigheid van mr. A.F. van der Heide, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 15 juli 2016.
mr. T. de Bont is buiten staat dit arret mede te ondertekenen.